de invloed
TEKST & BEELD: DANIËL JAWADNYA
Weersinvloeden spelen een belangrijke rol inzake de activiteit en het aasgedrag van de karper. Daniël Jawadnya – het brein achter de populaire UniFish weer-app – geeft je in dit artikel praktische tips om de weersomstandigheden in je voordeel te kunnen gebruiken.
Waar Leiden
’s avonds boven water tot leven kwam, bleef het onder water juist angstvallig stil
De luchtdruk hangt nauw samen met andere weerparameters. Zo is wind een scheiding tussen twee luchtdrukgebieden. Daarbij geldt: hoe sneller het verval in luchtdruk, des te hoger de windsnelheden. Ook worden luchtdrukniveaus geassocieerd met bepaalde omstandigheden. Zo brengt een hoge luchtdrukgebied vaak helder en zonnig weer met zich mee. Een lage luchtdrukgebied staat vaak juist garant voor wisselvallig en donker weer. Over het algemeen zijn karpers bij momenten met een lage en/of dalende luchtdruk het meest actief. Denk daarbij aan niveaus tussen de 995 en 1015 Hectopascal (hPa). Houd de luchtdrukgrafiek daarom altijd goed in de gaten.
Dit is
heel duidelijk een lage luchtdrukgebied dat aan komt waaien
>> luchtdruk
Dit is wat je wilt in de zomer: een front dat wind en regen brengt.
Wind is van grote invloed op het gedrag van karpers: het brengt zuurstof en reuring in het water. Karpers reageren hier doorgaans direct op. Vaak volgen ze de windrichting en vind je de vis op de ‘windkant’. Het gezegde ‘wind op de kant is vis in de hand’ komt dus zeker niet uit de lucht vallen. Wel gaat dit vooral op voor de zomerperiode, want juist dán activeert een opstekende wind de vis het meest. Ze krijgen dan een stoot zuurstof – zeker als er ook nog regen valt – en energie en gaan dan maar wat graag in het troebele water van de windkant op zoek naar wat lekkers.
>> WIND
’s Zomers is een regenfront na een lange periode van droogte een mooi moment om de hengels in te hebben liggen.
Karpers zijn gek op een weersomslag. Zowel ’s zomers als in de winter worden ze plots hyperactief zodra een periode van kalm, helder weer omslaat wanneer een stevige zuidwestenwind zachte lucht en wolken met zich meebrengt. De vis wordt dan letterlijk wakker geschud. Deze reuring in combinatie met opwarming in de winter of juist afkoeling in de zomer, maakt dat ze even flink zullen gaan schransen. Dit is hét moment om aan de waterkant te zijn.
>> STABIEL VS
WEERSOMSLAG
De luchtdruk stijgt, koud en helder weer komt eraan. De vissen worden weer passief en gaan terug in winterstand.
Ook hartje winter kan de watertemperatuur in slechts enkele dagen een paar graden stijgen.
Meer concreet bedoel ik dan een luchtdrukdaling van ongeveer 1025-1040 hectopascal naar iets onder de 1015 hectopascal. Het effect is onmiddellijk, alsof er een schakelaar wordt omgezet. Een scherpe luchtdrukdaling treedt op wanneer de grens tussen twee luchtdrukgebieden over jouw locatie beweegt. Het resultaat is wind; heel veel warme wind. Dat zal de watertemperatuur langzaam wat opstuwen, maar wat het vooral doet is heel veel herrie veroorzaken – en dat is een fenomeen waar niet veel karpervissers zich bewust van zijn. De extremen onder water zijn op het gebied van geluid vele malen groter. Een karper die rustig in zijn winterholding ligt te chillen zal zo’n omslag heel intens beleven: het gaat van heel erg stil naar mega lawaaierig. De vis reageert hier vaak direct op, alsof er een wekker afgaat.
ONDIEP WATER
Als je op voor jou nieuw water vist of niet weet waar de winterholdings zijn, is dit het moment om aan de waterkant te zijn. De vissen laten zich nu met enige regelmaat zien aan het wateroppervlak. Een chod-rig met een felkleurige pop-up doet dan wonderen. Eén voorbehoud: het water mag niet te diep zijn. Ook in diepe plassen zal de vis ‘ontwaken’ en zich laten zien, maar dan vaak boven heel diep water. Ze liggen dan ergens halverwege de waterkolom! De beste resultaten zijn nu te behalen op ondiepe waterstelsels en plassen van maximaal enkele meters diep met een goed karperbestand. De weersvoorspelling goed in de gaten houden, subtiel zijn met voer en het aas aanbieden in de buurt van springende karpers vergroten de kans op een winterse ‘goudklomp’ aanzienlijk.
Als er één seizoen is waarin het weer enorme invloed heeft op de aasactiviteit, dan is het wel de winterperiode. Waar je nu naar op zoek bent is een plotselinge daling van de luchtdruk, die gepaard gaat met een warme zuidenwind. Het effect daarvan is zo sterk dat ik in de winter pas ga vissen zodra een periode van rustig en koud weer wordt gevolgd door een plotselinge daling van de luchtdruk.
DECEMBER TOT HALF FEBRUARI
>> winter
Zodra het water is opgewarmd en in de buurt van de 20 tot 25 graden Celsius komt, wordt het zuurstofgehalte een cruciale factor. Weersomstandigheden die het water goed van zuurstof voorzien hebben nu het grootste effect op het aasgedrag van de vis. Wind en regen is wat je nu wilt!
Met een
compacte uitrusting actief de windkant opzoeken is ’s zomers een beproefd recept
Een paar dagen op rij met harde wind: op papier ideaal!
HALF MEI TOT HALF OKTOBER
>> LATE VOORJAAR & ZOMER
De windrichting is nu minder van belang, zolang de wind maar voldoende bewolking aanvoert en het water in beweging brengt. Wanneer een plotselinge opstekende sterke wind een einde maakt aan een periode van zonnige, warme omstandigheden en windstil weer, is dit effect het grootst. De vissen krijgen dan een stoot zuurstof en in combinatie met het warme water worden ze hyperactief. Dit duurt maar een paar uur, waarna de vis weer rustiger wordt. Het is dus heel belangrijk om de weersvoorspellingen goed in de gaten te houden. Die paar uur zijn namelijk de beste momenten om een normaal gesproken moeilijk te vangen karper tóch te strikken.
PSYCHOLOGISCH EFFECT
Naast het fysiologische effect van harde wind heeft die in de zomer ook een psychologisch effect op karpers. Dit is met name vanwege het kleuren – oftewel vertroebelen – van het water. In de zomer, wanneer het aanbod van natuurlijk voedsel groot is, heeft het omwoelen van de bodem door grote golven die op de kant slaan een sterk effect op karpers. Ze gaan dan graag op onderzoek uit en azen gedurende een korte periode intensief. Het is niet duidelijk wat hier precies de oorzaak van is, maar wel dat ze heel erg van troebel water houden. Je hengels in de golven neerzetten en het aas onder de kant in het bruine water droppen kan tijdens plotselinge winderige omstandigheden in de zomer een zeer effectieve tactiek zijn.
Over het algemeen vertoont de karper in de herfstperiode een relatief constant activiteitsniveau. Het is nu niet echt een kwestie van weersomstandigheden die je moet opzoeken, maar meer van omstandigheden die je juist moet vermijden. Deze tijd van het jaar, waarin het aanbod van natuurlijk voedsel afneemt, kan behoorlijk productief zijn. Het enige dat in de herfst de visactiviteit echt kan doen stilvallen zijn plotselinge dalingen in de watertemperatuur. Net als in het vroege voorjaar heeft de watertemperatuur nu een direct effect op de activiteit van karpers. Omstandigheden die je moet vermijden zijn koude, heldere nachten die gepaard gaan met periodes van hoge luchtdruk en/of vorst – vaak het gevolg van een koude noordenwind. Karpers hebben in de herfst een hekel aan plotsklapse dalingen van de watertemperatuur. Een belangrijk punt om te onthouden voor de herfst is om op de hoeveelheden voer terug te schroeven. Het wordt steeds duidelijker dat het zogenaamde ‘bunkeren’ ter voorbereiding op de winter een mythe is. Met enige regelmaat kleine beetjes voeren is nu over het algemeen veel verstandiger qua tactiek.
Warmere lucht vanuit het zuiden in combinatie met een dalende luchtdruk – de perfecte omstandigheden voor in het najaar.
HALF MEI TOT HALF OKTOBER
>> herfst
Op de (vrije) zondag een warme en zonnige voorjaarsdag: vissen dus!
Het voorjaar betekent weinig voeren of zelfs single hookbait vissen.
>> VROEGE VOORJAAR
– MID FEBRUARI TOT BEGIN MEI
Kies je karpersessies in het vroege voorjaar bij voorkeur tijdens zonnige omstandigheden. Je vindt de vis nu meestal uit de wind in de ondiepere delen of bovenste lagen van het water. De twee belangrijkste parameters in deze periode zijn temperatuur en zonnekracht.
In het vroege voorjaar stijgt de temperatuur van het oppervlaktewater gestaag en daarmee begint ook de stofwisseling van de karper te draaien. Dit proces neemt echter wat tijd in beslag, dus houd hier rekening mee bij het voeren. Wat je in het water gooit kun je er niet meer uithalen, dus zorg dat je met mate voert. Een single hookbait (bijvoorbeeld een fluo pop-up), de zig-rig of het vissen op zeer kleine voerplekken zijn nu de aangewezen manier om succes te boeken.
IN DE ZON, UIT DE WIND
Water warmt niet zo snel op als de lucht, dus karpers grijpen vaak elke kans aan om zich in de zon op te warmen. Je zou denken dat het water al het effect van de zon tenietdoet, maar juist bij een rustig en vlak wateroppervlak doen die zonnestralen echt flink hun werk bij het opwarmen. Karpers houden daarom van deze omstandigheden! Ze geven daarbij de voorkeur aan plekken die de meeste zonne-energie krijgen. Als de zon hoog staat, zullen de vissen over het algemeen uit de wind liggen, waarbij ze het grootste deel van de tijd doorbrengen in ondiep water.
VOLG DE ZON
Vissen op de windkant kan succesvol zijn, maar vaak pas na een wat langere periode van warm weer als het oppervlaktewater al voldoende is opgewarmd. Een pittige storm vanuit het zuiden met lage luchtdruk die eind april warme lucht aanvoert, is een garantie voor succes. Dit is echter de uitzondering op de regel. Over het algemeen ligt de karper in het vroege voorjaar bij voorkeur uit de wind, dicht tegen het wateroppervlak of in de buurt van obstakels (als die in het water aanwezig zijn).
Zoek de vis in het voorjaar op plekken die ín de zon, maar uít de wind liggen.
>> de zonkracht
Karpers zijn echte zonaanbidders. Als koudbloedige dieren gebruiken ze de zon vooral in het voorjaar om op te warmen. Deze straling heeft – meer nog dan de luchttemperatuur – direct effect. Vissen hebben, in tegenstelling tot zoogdieren, geen interne kachel om hun lichaamstemperatuur op peil te houden. Karpers moeten dat dus vooral doen met de zonnestralen die door het wateroppervlak heen prikken. Zonintensiteit is de parameter die rekening houdt met zowel de stand als de zichtbaarheid van de zon. Op een bewolkte dag voelen zonnestralenstralen immers niet zo warm aan als op een heldere dag. Het loont dan ook om in het vroege voorjaar gebieden op te zoeken die de meeste zon krijgen. Vaak zijn dit ondiepe zones die uit de wind, maar in de volle zon liggen.
DE UNIFISH (PRO) APP
De UniFish app (gratis versie) en UniFish Pro app zijn nu ruim een jaar online. Deze weer-app is erg enthousiast ontvangen door sportvissend Nederland: ‘eindelijk een weer-app die speciaal voor ons is gemaakt en in één oogopslag zaken als wind, temperatuur, neerslag en luchtdruk toont’. Op dit moment telt de UniFish app bijna 20.000 gebruikers, waarvan 10.500 in Nederland. Dit heeft de ontwikkelaars van de app de kans gegeven om veel feedback en data te verzamelen, waarmee achter de schermen druk wordt gewerkt om de applicatie verder te verbeteren. Er is zelfs een alerts-systeem in ontwikkeling die gebruikers op tijd waarschuwt voor bepaalde weers- ontwikkelingen. Ook worden er nieuwe parameters toegevoegd zoals de zonnekracht – dit is uniek in de wereld van de weer-apps en zeer waardevol voor sportvissers.
Een kleine opleving van de temperatuur kan
’s winters wonderen doen
>> TEMPERATUUR
Karpers zijn gevoelig voor grote schommelingen in de watertemperatuur. Gechargeerd kun je stellen dat de stofwisseling bij (te) veel kou vertraagt. Vooral buiten de zomer kan een plotselinge temperatuurdaling de activiteit flink stilleggen. Houd daarom in het voorjaar, de herfst en de winter goed in de gaten of er een koufront wordt voorspeld. Vermijd dan bij voorkeur plotseling dalende temperaturen en trek er juist wel op uit wanneer de temperaturen stabiel zijn of in de lift zitten. Tot slot zijn ’s zomers ook té hoge temperaturen niet ideaal omdat het zuurstofgehalte in het water – en daarmee ook de activiteit van Cyprinus carpio – dan in rap tempo afneemt.
TEKST & BEELD: DANIËL JAWADNYA
Weersinvloeden spelen een belangrijke rol inzake de activiteit en het aasgedrag van de karper. Daniël Jawadnya – het brein achter de populaire UniFish weer-app – geeft je in dit artikel praktische tips om de weersomstandigheden in je voordeel te kunnen gebruiken.
de invloed
De luchtdruk stijgt, koud en helder weer komt eraan. De vissen worden weer passief en gaan terug in winterstand.
Ook hartje winter kan de watertemperatuur in slechts enkele dagen een paar graden stijgen.
Meer concreet bedoel ik dan een luchtdrukdaling van ongeveer 1025-1040 hectopascal naar iets onder de 1015 hectopascal. Het effect is onmiddellijk, alsof er een schakelaar wordt omgezet. Een scherpe luchtdrukdaling treedt op wanneer de grens tussen twee luchtdrukgebieden over jouw locatie beweegt. Het resultaat is wind; heel veel warme wind. Dat zal de watertemperatuur langzaam wat opstuwen, maar wat het vooral doet is heel veel herrie veroorzaken – en dat is een fenomeen waar niet veel karpervissers zich bewust van zijn. De extremen onder water zijn op het gebied van geluid vele malen groter. Een karper die rustig in zijn winterholding ligt te chillen zal zo’n omslag heel intens beleven: het gaat van heel erg stil naar mega lawaaierig. De vis reageert hier vaak direct op, alsof er een wekker afgaat.
ONDIEP WATER
Als je op voor jou nieuw water vist of niet weet waar de winterholdings zijn, is dit het moment om aan de waterkant te zijn. De vissen laten zich nu met enige regelmaat zien aan het wateroppervlak. Een chod-rig met een felkleurige pop-up doet dan wonderen. Eén voorbehoud: het water mag niet te diep zijn. Ook in diepe plassen zal de vis ‘ontwaken’ en zich laten zien, maar dan vaak boven heel diep water. Ze liggen dan ergens halverwege de waterkolom! De beste resultaten zijn nu te behalen op ondiepe waterstelsels en plassen van maximaal enkele meters diep met een goed karperbestand. De weersvoorspelling goed in de gaten houden, subtiel zijn met voer en het aas aanbieden in de buurt van springende karpers vergroten de kans op een winterse ‘goudklomp’ aanzienlijk.
Als er één seizoen is waarin het weer enorme invloed heeft op de aasactiviteit, dan is het wel de winterperiode. Waar je nu naar op zoek bent is een plotselinge daling van de luchtdruk, die gepaard gaat met een warme zuidenwind. Het effect daarvan is zo sterk dat ik in de winter pas ga vissen zodra een periode van rustig en koud weer wordt gevolgd door een plotselinge daling van de luchtdruk.
DECEMBER TOT HALF FEBRUARI
>> winter
DE UNIFISH (PRO) APP
De UniFish app (gratis versie) en UniFish Pro app zijn nu ruim een jaar online. Deze weer-app is erg enthousiast ontvangen door sportvissend Nederland: ‘eindelijk een weer-app die speciaal voor ons is gemaakt en in één oogopslag zaken als wind, temperatuur, neerslag en luchtdruk toont’. Op dit moment telt de UniFish app bijna 20.000 gebruikers, waarvan 10.500 in Nederland. Dit heeft de ontwikkelaars van de app de kans gegeven om veel feedback en data te verzamelen, waarmee achter de schermen druk wordt gewerkt om de applicatie verder te verbeteren. Er is zelfs een alerts-systeem in ontwikkeling die gebruikers op tijd waarschuwt voor bepaalde weers- ontwikkelingen. Ook worden er nieuwe parameters toegevoegd zoals de zonnekracht – dit is uniek in de wereld van de weer-apps en zeer waardevol voor sportvissers.
Warmere lucht vanuit het zuiden in combinatie met een dalende luchtdruk – de perfecte omstandigheden voor in het najaar.
HALF MEI TOT HALF OKTOBER
>> herfst
Over het algemeen vertoont de karper in de herfstperiode een relatief constant activiteitsniveau. Het is nu niet echt een kwestie van weersomstandigheden die je moet opzoeken, maar meer van omstandigheden die je juist moet vermijden. Deze tijd van het jaar, waarin het aanbod van natuurlijk voedsel afneemt, kan behoorlijk productief zijn. Het enige dat in de herfst de visactiviteit echt kan doen stilvallen zijn plotselinge dalingen in de watertemperatuur. Net als in het vroege voorjaar heeft de watertemperatuur nu een direct effect op de activiteit van karpers. Omstandigheden die je moet vermijden zijn koude, heldere nachten die gepaard gaan met periodes van hoge luchtdruk en/of vorst – vaak het gevolg van een koude noordenwind. Karpers hebben in de herfst een hekel aan plotsklapse dalingen van de watertemperatuur. Een belangrijk punt om te onthouden voor de herfst is om op de hoeveelheden voer terug te schroeven. Het wordt steeds duidelijker dat het zogenaamde ‘bunkeren’ ter voorbereiding op de winter een mythe is. Met enige regelmaat kleine beetjes voeren is nu over het algemeen veel verstandiger qua tactiek.
Zodra het water is opgewarmd en in de buurt van de 20 tot 25 graden Celsius komt, wordt het zuurstofgehalte een cruciale factor. Weersomstandigheden die het water goed van zuurstof voorzien hebben nu het grootste effect op het aasgedrag van de vis. Wind en regen is wat je nu wilt!
Een paar dagen op rij met harde wind: op papier ideaal!
>> LATE VOORJAAR & ZOMER
HALF MEI TOT HALF OKTOBER
De windrichting is nu minder van belang, zolang de wind maar voldoende bewolking aanvoert en het water in beweging brengt. Wanneer een plotselinge opstekende sterke wind een einde maakt aan een periode van zonnige, warme omstandigheden en windstil weer, is dit effect het grootst. De vissen krijgen dan een stoot zuurstof en in combinatie met het warme water worden ze hyperactief. Dit duurt maar een paar uur, waarna de vis weer rustiger wordt. Het is dus heel belangrijk om de weersvoorspellingen goed in de gaten te houden. Die paar uur zijn namelijk de beste momenten om een normaal gesproken moeilijk te vangen karper tóch te strikken.
PSYCHOLOGISCH EFFECT
Naast het fysiologische effect van harde wind heeft die in de zomer ook een psychologisch effect op karpers. Dit is met name vanwege het kleuren – oftewel vertroebelen – van het water. In de zomer, wanneer het aanbod van natuurlijk voedsel groot is, heeft het omwoelen van de bodem door grote golven die op de kant slaan een sterk effect op karpers. Ze gaan dan graag op onderzoek uit en azen gedurende een korte periode intensief. Het is niet duidelijk wat hier precies de oorzaak van is, maar wel dat ze heel erg van troebel water houden. Je hengels in de golven neerzetten en het aas onder de kant in het bruine water droppen kan tijdens plotselinge winderige omstandigheden in de zomer een zeer effectieve tactiek zijn.
Met een
compacte uitrusting actief de windkant opzoeken is ’s zomers een beproefd recept
Het voorjaar betekent weinig voeren of zelfs single hookbait vissen.
Op de (vrije) zondag een warme en zonnige voorjaarsdag: vissen dus!
>> VROEGE VOORJAAR
– MID FEBRUARI TOT BEGIN MEI
Kies je karpersessies in het vroege voorjaar bij voorkeur tijdens zonnige omstandigheden. Je vindt de vis nu meestal uit de wind in de ondiepere delen of bovenste lagen van het water. De twee belangrijkste parameters in deze periode zijn temperatuur en zonnekracht.
In het vroege voorjaar stijgt de temperatuur van het oppervlaktewater gestaag en daarmee begint ook de stofwisseling van de karper te draaien. Dit proces neemt echter wat tijd in beslag, dus houd hier rekening mee bij het voeren. Wat je in het water gooit kun je er niet meer uithalen, dus zorg dat je met mate voert. Een single hookbait (bijvoorbeeld een fluo pop-up), de zig-rig of het vissen op zeer kleine voerplekken zijn nu de aangewezen manier om succes te boeken.
IN DE ZON, UIT DE WIND
Water warmt niet zo snel op als de lucht, dus karpers grijpen vaak elke kans aan om zich in de zon op te warmen. Je zou denken dat het water al het effect van de zon tenietdoet, maar juist bij een rustig en vlak wateroppervlak doen die zonnestralen echt flink hun werk bij het opwarmen. Karpers houden daarom van deze omstandigheden! Ze geven daarbij de voorkeur aan plekken die de meeste zonne-energie krijgen. Als de zon hoog staat, zullen de vissen over het algemeen uit de wind liggen, waarbij ze het grootste deel van de tijd doorbrengen in ondiep water.
VOLG DE ZON
Vissen op de windkant kan succesvol zijn, maar vaak pas na een wat langere periode van warm weer als het oppervlaktewater al voldoende is opgewarmd. Een pittige storm vanuit het zuiden met lage luchtdruk die eind april warme lucht aanvoert, is een garantie voor succes. Dit is echter de uitzondering op de regel. Over het algemeen ligt de karper in het vroege voorjaar bij voorkeur uit de wind, dicht tegen het wateroppervlak of in de buurt van obstakels (als die in het water aanwezig zijn).
Zoek de vis in het voorjaar op plekken die ín de zon, maar uít de wind liggen.
>> de zonkracht
Karpers zijn echte zonaanbidders. Als koudbloedige dieren gebruiken ze de zon vooral in het voorjaar om op te warmen. Deze straling heeft – meer nog dan de luchttemperatuur – direct effect. Vissen hebben, in tegenstelling tot zoogdieren, geen interne kachel om hun lichaamstemperatuur op peil te houden. Karpers moeten dat dus vooral doen met de zonnestralen die door het wateroppervlak heen prikken. Zonintensiteit is de parameter die rekening houdt met zowel de stand als de zichtbaarheid van de zon. Op een bewolkte dag voelen zonnestralenstralen immers niet zo warm aan als op een heldere dag. Het loont dan ook om in het vroege voorjaar gebieden op te zoeken die de meeste zon krijgen. Vaak zijn dit ondiepe zones die uit de wind, maar in de volle zon liggen.
>> TEMPERATUUR
Karpers zijn gevoelig voor grote schommelingen in de watertemperatuur. Gechargeerd kun je stellen dat de stofwisseling bij (te) veel kou vertraagt. Vooral buiten de zomer kan een plotselinge temperatuurdaling de activiteit flink stilleggen. Houd daarom in het voorjaar, de herfst en de winter goed in de gaten of er een koufront wordt voorspeld. Vermijd dan bij voorkeur plotseling dalende temperaturen en trek er juist wel op uit wanneer de temperaturen stabiel zijn of in de lift zitten. Tot slot zijn ’s zomers ook té hoge temperaturen niet ideaal omdat het zuurstofgehalte in het water – en daarmee ook de activiteit van Cyprinus carpio – dan in rap tempo afneemt.
Een kleine opleving van de temperatuur kan
’s winters wonderen doen
De luchtdruk hangt nauw samen met andere weerparameters. Zo is wind een scheiding tussen twee luchtdrukgebieden. Daarbij geldt: hoe sneller het verval in luchtdruk, des te hoger de windsnelheden. Ook worden luchtdrukniveaus geassocieerd met bepaalde omstandigheden. Zo brengt een hoge luchtdrukgebied vaak helder en zonnig weer met zich mee. Een lage luchtdrukgebied staat vaak juist garant voor wisselvallig en donker weer. Over het algemeen zijn karpers bij momenten met een lage en/of dalende luchtdruk het meest actief. Denk daarbij aan niveaus tussen de 995 en 1015 Hectopascal (hPa). Houd de luchtdrukgrafiek daarom altijd goed in de gaten.
Dit is
heel duidelijk een lage luchtdrukgebied dat aan komt waaien
>> luchtdruk
Dit is wat je wilt in de zomer: een front dat wind en regen brengt.
Wind is van grote invloed op het gedrag van karpers: het brengt zuurstof en reuring in het water. Karpers reageren hier doorgaans direct op. Vaak volgen ze de windrichting en vind je de vis op de ‘windkant’. Het gezegde ‘wind op de kant is vis in de hand’ komt dus zeker niet uit de lucht vallen. Wel gaat dit vooral op voor de zomerperiode, want juist dán activeert een opstekende wind de vis het meest. Ze krijgen dan een stoot zuurstof – zeker als er ook nog regen valt – en energie en gaan dan maar wat graag in het troebele water van de windkant op zoek naar wat lekkers.
>> WIND
>> STABIEL VS
WEERSOMSLAG
’s Zomers is een regenfront na een lange periode van droogte een mooi moment om de hengels in te hebben liggen.
Karpers zijn gek op een weersomslag. Zowel ’s zomers als in de winter worden ze plots hyperactief zodra een periode van kalm, helder weer omslaat wanneer een stevige zuidwestenwind zachte lucht en wolken met zich meebrengt. De vis wordt dan letterlijk wakker geschud. Deze reuring in combinatie met opwarming in de winter of juist afkoeling in de zomer, maakt dat ze even flink zullen gaan schransen. Dit is hét moment om aan de waterkant te zijn.