Maps en durf
wereldkampioen
TEKST: MARTIJN KATSMAN > FOTOGRAFIE: RINALDO LOKERS
Op het WK Kustvissen in Sicilië won Team Holland in november 2023 de gouden plak en pakte Frank Peene ook individueel het goud. We blikken met een deel van de ploeg terug op dit bijzondere succesverhaal. Daarbij kijken we naar de verschillen in aanpak tussen de kustvisserij in Italië en Nederland én naar wat we daarvan kunnen leren.
‘start bij de eerste worp met op iedere haak een andere aassoort, zo heb je snel in de smiezen wat die dag scoort’
‘variëren, zowel in techniek als qua tactiek, is vaak de sleutel tot succes’
Marijn Gabriëlse
Joeri Minderhoud
Frank Peene
won behalve met Team
Holland ook individueel goud,
voor de tweede maal in zijn carrière – “Onze wereldtitel is echt een teamprestatie”, zegt de wereldkampioen
bescheiden
Aan het Nederlandse strand is het in de winter een kwestie van afstand maken – in de zomer kun je de vis echter veel dichterbij vangen met een actieve aanpak
In tegenstelling tot op de buitenlandse stranden wordt aan de Nederlandse kust slechts sporadisch met stukjes vis als aas gevist.
Verpak onderlijnen en montages in afsluitbare plastic zakjes om corrosie te voorkomen.
ACTIEVER VISSEN
Van de palometa schakelen we over naar de wijting, want daar zijn er halverwege de middag al een stuk of twintig van gevangen. De verschillen tussen de strandvisserij in Zeeland en die in de Straat van Messina zijn aanzienlijk. Toch zijn er aspecten van het recente WK in Italië die ook op onze stranden toepasbaar zijn. “Op de Nederlandse stranden zie je vaak dat er wordt ingegooid en daarna een minuut of tien wordt gewacht voordat je weer in actie komt”, zegt Minderhoud. “In het buitenland hebben we echter geleerd om actiever te vissen. Zo brachten we bij het vissen op palometa’s de hengel elke twee tot drie minuten even wat in beweging. Gewoon even wat jutteren met de hengeltop, dan komt het aas ook ‘tot leven’. Dat soort foefjes zie je hier veel minder worden toegepast.” “Het kan wel,”, vult Gabriëlse aan. “Zeker als je dicht bij de kant vist. Nu is het een kwestie van afstand maken en het aas door middel van een werpgewicht met ankers goed op zijn plek houden. Maar in de zomerperiode, wanneer je hier prima met dunnere lijntjes kan vissen, is een actieve aanpak heel goed mogelijk.” Van actief vissen is vandaag geen sprake. Er wordt bij deze reportage aardig wat gepraat, waardoor de hengels iets langer dan gebruikelijk in de steun blijven staan. Voor de vangst maakt het niet uit: die bestaat uit veel wijting en af en toe een schar.
KLEINE STUKJES AAS
Hoewel er nu veel vis onder de kust zit, betekent dat niet dat je als strandvisser niks extra’s hoeft te doen. “Ook op een ‘makkelijke’ dag als vandaag is bijvoorbeeld het aas belangrijk. Dat moet stinken, zeker in de winter: schar en wijting zijn daar dol op”, zegt Peene. Vandaag serveert hij een cocktail van een stukje tap met een stukje makreel. Op het aasplateau liggen in bakjes ook nog pieren, slikzagers en steekzagers gereed. “Zou ik die op de haak rijgen, dan ik dat ook met kleine stukjes. Grote stukken aas nodigen de wijting uit om daar van te gaan snoepen. Bij dat plukken bijten ze echter niet in de haak.” Peene bindt daarom met wat bindelastiek een stukje slikzager en een stukje pier op de haak – hij maakt er een soort worstje van. Ook hier is variatie het toverwoord. “In het buitenland heb ik geleerd om bij de eerste worp drie verschillende soorten aas te gebruiken. Zo ontdek je wat er bij de vis in de smaak valt. Aan één haakje doe je een stukje vis, aan de andere een zager en de derde voorzie je van een stukje tap. Krijg je beet op het stukje vis? Dan vul je bij de tweede worp twee haakjes met vis. Blijkt dat het allemaal op de vis te doen is, dan vul je daar alle haken mee.” Het klinkt bijzonder logisch, maar ook de wereldkampioenen hebben dit in de praktijk moeten ontdekken. “Vroeger deden we dit nooit. Maar in het vissen ben je gelukkig nooit uitgeleerd. Dat houdt het zo interessant en uitdagend.”
‘SLECHTE’ GENERALE
Voorafgaand aan het WK werd een week lang getraind, maar van een goede generale repetitie was geen sprake. “Toen hebben we heel weinig gevangen”, zegt Gabriëlse. “Maar dat was juist in ons voordeel. We hebben tal van verschillende tactieken uitgeprobeerd en zo ontdekt wat goed werkte.” En vooral ook wat totaal niet werkte. “We spraken af wie wat ging proberen”, zegt Minderhoud. “Marijn gooide ver weg, ik juist dichtbij. Ook gebruikten we verschillende soorten lijnen en aas.” Thuis – in het geval van Peene, Gabriëlse en Minderhoud is dat het Zeeuwse Westkapelle – was er al volop overleg gevoerd over wat voor soort materiaal op Sicilië goed van pas zou komen. Daarbij werd ook geput uit ervaringen uit het verleden. Minderhoud: “Frank heeft al zoveel WK’s gevist, ook bij de jeugd. Hij heeft vaker aan de Zuid-Europese stranden gestaan en toen goed gevangen met deze lijn: een Portugese onderlijn. Dat is een montage met drie haaklijnen achter het werpgewicht. Die werkte op het recente WK weer heel goed”, zegt hij terwijl de onderlijn uit zijn viskoffer tevoorschijn haalt.
PORTUGEES GEHEIM
Het succes bleef niet onopgemerkt, zegt Peene. “Na de laatste wedstrijd kwamen er twee Italiaanse vissers naar me toe: ‘Doe mij eens zo’n lijntje waar je mee vist’. Toen heb ik hen twee van die lijntjes gegeven en gezegd dat ze niet in de lach moest schieten. Het is alleen maar een nylon lijn met wat haakjes – geen warteltje, geen kraaltje; helemaal niks. Daar vissen ze allemaal met fluorcarbon – ze denken dat dit onder water onzichtbaar is – en maken ze er soms een hele kermis van.” Bij het ophalen van deze herinnering komt het besef dat ze daar echt iets bijzonders hebben neergezet. “Het is wel apart dat wij daar voor het eerst komen en ontdekken dat die lijn zo goed werkt. Vooral voor pettine (parel lipvis, red.), kleine roze visjes die in het zand zitten, werkte deze montage goed.” Het voordeel van de Portugese onderlijn – kortweg een werpgewicht, hele lange staande lijn en aan het uiteinde daarvan drie haaklijntjes – is dat je een groot gebied bestrijkt en het aas actief over de bodem beweegt. Peene: “Vang je één zo’n visje, dan heb je er al snel meteen ook twee of zelfs drie. In de tweede wedstrijd liep het bij mij bijvoorbeeld niet zo lekker. Toen heb ik de Portugese onderlijn geprobeerd. Bij de eerste worp had ik meteen twee visjes, de worp daarna weer twee. De volgende dag had ik er weer succes mee. Zo ben ik uiteindelijk wereldkampioen geworden.”
Net als vorig jaar november staan Frank Peene, Marijn Gabriëlse en Joeri Minderhoud weer samen op het strand. Ditmaal echter niet aan de Straat van Messina, maar op het strand van Zoutelande. De schamele 4 graden Celsius aan de Zeeuwse kust is ook ietwat anders dan de ruim 20 graden op de Siciliaanse stranden. Het mag de pret niet drukken, want er gaat goed gevangen worden. “Het is lang zacht geweest, daarom zit er begin dit jaar nog volop wijting en schar”, zegt Frank Peene. De kersverse wereldkampioen – zowel met Team Holland als in het individueel klassement veroverde hij half november goud bij het WK Kustvissen op Sicilië – heeft er zin in en haalt in een rap tempo de lijn door de ogen van zijn strandhengel. De stevige, koude noordenwind die over het strand blaast maakt de aankomende weersomslag voelbaar. “Volgende week wordt het een stuk minder qua vangsten”, voorspelt Marijn Gabriëlse. “Met die kou trekt de vis naar dieper water, wat minder snel afkoelt.” Op de vraag wat ze doen om ook in koude omstandigheden succes te boeken, zijn de drie duidelijk. “Als het zo koud is, gaan we niet. Januari en februari zijn altijd een beetje kwakkelmaanden voor wat betreft het strandvissen.”
GROTE VERRASSING
Terwijl Frank, Marijn en Joeri hun uitrusting verder klaarmaken, gaan de gedachten terug naar Sicilië. Team Holland (Marijn Gabriëlse, Kees Gillissen, Erik Hollestelle, Rico ’t Mannetje, Joeri Minderhoud, Frank Peene, bondscoach Rob Punselie en assistent-coach Ricardo Kalle) wist daar verrassend de wereldtitel kustvissen te veroveren. In het mekka van het kustvissen – Zuid-Europa, met Italië voorop – ging een stel Zeeuwen plus een Zuid-Hollander er met de hoofdprijs vandoor. Iets wat de bookmakers niet hadden voorzien. “Wij ook niet hoor”, zegt Peene eerlijk. “Van tevoren hoopten we op een medaille, dit was ver boven verwachting.” Joeri Minderhoud valt hem bij. “Dat we wereldkampioen zouden worden hadden we niet kunnen bedenken. We waren daar nog nooit geweest en dus ook niet bekend met de visserij ter plaatse. Op Google Maps hebben we gegevens opgezocht over dieptes en stroming. En YouTube-video’s schetsten een beetje een beeld van de visserij daar.” Toch is de toegang tot informatie over het vissen in de Zuid-Europese wateren beperkt via internet, dus heb je een achterstand ten opzichte van de concurrentie die daar wel vist. Dat werpt de vraag op of ze wellicht een lokale informant hadden? Een kort zinnetje, dat met een glimlach wordt uitgesproken, zegt genoeg. “Dat soort zaken hoef je niet op te schrijven, hoor.”
TEKST: MARTIJN KATSMAN > FOTOGRAFIE: RINALDO LOKERS
Maps en durf
Op het WK Kustvissen in Sicilië won Team Holland in november 2023 de gouden plak en pakte Frank Peene ook individueel het goud. We blikken met een deel van de ploeg terug op dit bijzondere succesverhaal. Daarbij kijken we naar de verschillen in aanpak tussen de kustvisserij in Italië en Nederland én naar wat we daarvan kunnen leren.
wereld-kampioen
In tegenstelling tot op de buitenlandse stranden wordt aan de Nederlandse kust slechts sporadisch met stukjes vis als aas gevist.
‘start bij de eerste worp met op iedere haak een andere aassoort, zo heb je snel in de smiezen wat die dag scoort’
‘variëren, zowel in techniek als qua tactiek, is vaak de sleutel tot succes’
ACTIEVER VISSEN
Van de palometa schakelen we over naar de wijting, want daar zijn er halverwege de middag al een stuk of twintig van gevangen. De verschillen tussen de strandvisserij in Zeeland en die in de Straat van Messina zijn aanzienlijk. Toch zijn er aspecten van het recente WK in Italië die ook op onze stranden toepasbaar zijn. “Op de Nederlandse stranden zie je vaak dat er wordt ingegooid en daarna een minuut of tien wordt gewacht voordat je weer in actie komt”, zegt Minderhoud. “In het buitenland hebben we echter geleerd om actiever te vissen. Zo brachten we bij het vissen op palometa’s de hengel elke twee tot drie minuten even wat in beweging. Gewoon even wat jutteren met de hengeltop, dan komt het aas ook ‘tot leven’. Dat soort foefjes zie je hier veel minder worden toegepast.” “Het kan wel,”, vult Gabriëlse aan. “Zeker als je dicht bij de kant vist. Nu is het een kwestie van afstand maken en het aas door middel van een werpgewicht met ankers goed op zijn plek houden. Maar in de zomerperiode, wanneer je hier prima met dunnere lijntjes kan vissen, is een actieve aanpak heel goed mogelijk.” Van actief vissen is vandaag geen sprake. Er wordt bij deze reportage aardig wat gepraat, waardoor de hengels iets langer dan gebruikelijk in de steun blijven staan. Voor de vangst maakt het niet uit: die bestaat uit veel wijting en af en toe een schar.
KLEINE STUKJES AAS
Hoewel er nu veel vis onder de kust zit, betekent dat niet dat je als strandvisser niks extra’s hoeft te doen. “Ook op een ‘makkelijke’ dag als vandaag is bijvoorbeeld het aas belangrijk. Dat moet stinken, zeker in de winter: schar en wijting zijn daar dol op”, zegt Peene. Vandaag serveert hij een cocktail van een stukje tap met een stukje makreel. Op het aasplateau liggen in bakjes ook nog pieren, slikzagers en steekzagers gereed. “Zou ik die op de haak rijgen, dan ik dat ook met kleine stukjes. Grote stukken aas nodigen de wijting uit om daar van te gaan snoepen. Bij dat plukken bijten ze echter niet in de haak.” Peene bindt daarom met wat bindelastiek een stukje slikzager en een stukje pier op de haak – hij maakt er een soort worstje van. Ook hier is variatie het toverwoord. “In het buitenland heb ik geleerd om bij de eerste worp drie verschillende soorten aas te gebruiken. Zo ontdek je wat er bij de vis in de smaak valt. Aan één haakje doe je een stukje vis, aan de andere een zager en de derde voorzie je van een stukje tap. Krijg je beet op het stukje vis? Dan vul je bij de tweede worp twee haakjes met vis. Blijkt dat het allemaal op de vis te doen is, dan vul je daar alle haken mee.” Het klinkt bijzonder logisch, maar ook de wereldkampioenen hebben dit in de praktijk moeten ontdekken. “Vroeger deden we dit nooit. Maar in het vissen ben je gelukkig nooit uitgeleerd. Dat houdt het zo interessant en uitdagend.”
‘SLECHTE’ GENERALE
Voorafgaand aan het WK werd een week lang getraind, maar van een goede generale repetitie was geen sprake. “Toen hebben we heel weinig gevangen”, zegt Gabriëlse. “Maar dat was juist in ons voordeel. We hebben tal van verschillende tactieken uitgeprobeerd en zo ontdekt wat goed werkte.” En vooral ook wat totaal niet werkte. “We spraken af wie wat ging proberen”, zegt Minderhoud. “Marijn gooide ver weg, ik juist dichtbij. Ook gebruikten we verschillende soorten lijnen en aas.” Thuis – in het geval van Peene, Gabriëlse en Minderhoud is dat het Zeeuwse Westkapelle – was er al volop overleg gevoerd over wat voor soort materiaal op Sicilië goed van pas zou komen. Daarbij werd ook geput uit ervaringen uit het verleden. Minderhoud: “Frank heeft al zoveel WK’s gevist, ook bij de jeugd. Hij heeft vaker aan de Zuid-Europese stranden gestaan en toen goed gevangen met deze lijn: een Portugese onderlijn. Dat is een montage met drie haaklijnen achter het werpgewicht. Die werkte op het recente WK weer heel goed”, zegt hij terwijl de onderlijn uit zijn viskoffer tevoorschijn haalt.
PORTUGEES GEHEIM
Het succes bleef niet onopgemerkt, zegt Peene. “Na de laatste wedstrijd kwamen er twee Italiaanse vissers naar me toe: ‘Doe mij eens zo’n lijntje waar je mee vist’. Toen heb ik hen twee van die lijntjes gegeven en gezegd dat ze niet in de lach moest schieten. Het is alleen maar een nylon lijn met wat haakjes – geen warteltje, geen kraaltje; helemaal niks. Daar vissen ze allemaal met fluorcarbon – ze denken dat dit onder water onzichtbaar is – en maken ze er soms een hele kermis van.” Bij het ophalen van deze herinnering komt het besef dat ze daar echt iets bijzonders hebben neergezet. “Het is wel apart dat wij daar voor het eerst komen en ontdekken dat die lijn zo goed werkt. Vooral voor pettine (parel lipvis, red.), kleine roze visjes die in het zand zitten, werkte deze montage goed.” Het voordeel van de Portugese onderlijn – kortweg een werpgewicht, hele lange staande lijn en aan het uiteinde daarvan drie haaklijntjes – is dat je een groot gebied bestrijkt en het aas actief over de bodem beweegt. Peene: “Vang je één zo’n visje, dan heb je er al snel meteen ook twee of zelfs drie. In de tweede wedstrijd liep het bij mij bijvoorbeeld niet zo lekker. Toen heb ik de Portugese onderlijn geprobeerd. Bij de eerste worp had ik meteen twee visjes, de worp daarna weer twee. De volgende dag had ik er weer succes mee. Zo ben ik uiteindelijk wereldkampioen geworden.”
Aan het Nederlandse strand is het in de winter een kwestie van afstand maken – in de zomer kun je de vis echter veel dichterbij vangen met een actieve aanpak
Net als vorig jaar november staan Frank Peene, Marijn Gabriëlse en Joeri Minderhoud weer samen op het strand. Ditmaal echter niet aan de Straat van Messina, maar op het strand van Zoutelande. De schamele 4 graden Celsius aan de Zeeuwse kust is ook ietwat anders dan de ruim 20 graden op de Siciliaanse stranden. Het mag de pret niet drukken, want er gaat goed gevangen worden. “Het is lang zacht geweest, daarom zit er begin dit jaar nog volop wijting en schar”, zegt Frank Peene. De kersverse wereldkampioen – zowel met Team Holland als in het individueel klassement veroverde hij half november goud bij het WK Kustvissen op Sicilië – heeft er zin in en haalt in een rap tempo de lijn door de ogen van zijn strandhengel. De stevige, koude noordenwind die over het strand blaast maakt de aankomende weersomslag voelbaar. “Volgende week wordt het een stuk minder qua vangsten”, voorspelt Marijn Gabriëlse. “Met die kou trekt de vis naar dieper water, wat minder snel afkoelt.” Op de vraag wat ze doen om ook in koude omstandigheden succes te boeken, zijn de drie duidelijk. “Als het zo koud is, gaan we niet. Januari en februari zijn altijd een beetje kwakkelmaanden voor wat betreft het strandvissen.”
GROTE VERRASSING
Terwijl Frank, Marijn en Joeri hun uitrusting verder klaarmaken, gaan de gedachten terug naar Sicilië. Team Holland (Marijn Gabriëlse, Kees Gillissen, Erik Hollestelle, Rico ’t Mannetje, Joeri Minderhoud, Frank Peene, bondscoach Rob Punselie en assistent-coach Ricardo Kalle) wist daar verrassend de wereldtitel kustvissen te veroveren. In het mekka van het kustvissen – Zuid-Europa, met Italië voorop – ging een stel Zeeuwen plus een Zuid-Hollander er met de hoofdprijs vandoor. Iets wat de bookmakers niet hadden voorzien. “Wij ook niet hoor”, zegt Peene eerlijk. “Van tevoren hoopten we op een medaille, dit was ver boven verwachting.” Joeri Minderhoud valt hem bij. “Dat we wereldkampioen zouden worden hadden we niet kunnen bedenken. We waren daar nog nooit geweest en dus ook niet bekend met de visserij ter plaatse. Op Google Maps hebben we gegevens opgezocht over dieptes en stroming. En YouTube-video’s schetsten een beetje een beeld van de visserij daar.” Toch is de toegang tot informatie over het vissen in de Zuid-Europese wateren beperkt via internet, dus heb je een achterstand ten opzichte van de concurrentie die daar wel vist. Dat werpt de vraag op of ze wellicht een lokale informant hadden? Een kort zinnetje, dat met een glimlach wordt uitgesproken, zegt genoeg. “Dat soort zaken hoef je niet op te schrijven, hoor.”