STADSE
KARPERS

TEKST: PIETER BEELEN > FOTOGRAFIE: SANDER BOER

Het voerbootje dat op een zaterdagmiddag eind november door een Leidse singel vaart trekt aardig wat bekijks van voorbijgangers. Pom van der Heijden (32) vertelt hen graag over zijn karperpassie en de charme van het vissen in de monumentale binnenstad. Hét VISblad volgt hem op zijn route door het centrum van de Sleutelstad.

Door een gewichtje op het stuk lijn net buiten het topoog te bevestigen loopt de lijn over de bodem en heb je geen last van het scheepvaartverkeer.

Met behulp van een voerboot dropt Pom het aas precies bij de vuilhoek naast de brug.
In de winter is het zaak om niet te veel voer te brengen zodat je de vis niet verzadigt.

VISRESERVAAT

Pom met een uitzetter van het spiegelkarperproject in Leiden.

Verkassen is met een compacte uitrusting snel gepiept en levert in de regel vaker succes op

IN LEIDEN ZWEMMEN PARELTJES ROND, ZO BEWIJST DEZE VOLSCHUB DIE POM DAAR EERDER WIST TE VANGEN

Waar Leiden
’s avonds boven water tot leven kwam, bleef het onder water juist angstvallig stil

In Leiden is niet alles pais en vree. Zo wil de Partij voor de Dieren het Singelpark omtoveren tot het langste visreservaat van Nederland en probeert ze een verbod op de weerhaak te realiseren. Voordat hierover wordt besloten, wil het stadsbestuur eerst de voor- en nadelen inventariseren en afwegen. Dat gebeurt volgend jaar. Pom vindt de PvdD-voorstellen kortzichtig. “Door het vissen aan banden te leggen haal je mensen juist uit de natuur. Wil je het welzijn van de vis verbeteren? Mik dan op educatie. Goede voorlichting aan beginnende vissers werkt veel beter om vissen correct en zorgvuldig te behandelen.” Daarom is hij actief als vrijwilliger bij de Leidse Hengelaarsbond. “Als VISmeester neem ik kinderen mee naar buiten om ze kennis te laten maken met het onderwaterleven. Door hen goed te begeleiden leer ik ze verantwoord met vis om te gaan en worden ze meer natuurbewust. Dat behelst meer dan alleen vissen. Zo ben ik een echt buitenmens en fanatiek vogelaar. Die kennis en ervaring deel ik graag. Mijn neefjes zitten bijvoorbeeld veel te veel binnen naar schermen te kijken. Die neem ik mee uit vissen en op avontuur. Lekker naar buiten, weer of geen weer. Vissen werkt enorm verbindend.”

Een
Ronnie-rig met
pop-up valt goed op
en wordt snel door de karper gevonden

SPIEGELKARPERPROJECT LEIDEN

Het unieke karperbestand in Leiden en (verre) omstreken is te danken aan het spiegelkarperproject dat in 2001 officieel is begonnen. Tot 2008 zijn er door de toenmalige ‘Leidse karperclub’ 2.330 spiegelkarpertjes uitgezet. Vanaf 2016 tot en met 2023 heeft de Leidse Karper Commissie nog eens 1.432 karpers uitgezet (1.185 spiegelkarpers en 247 edelkarpers). Het aantal uitgezette vissen lijkt met 3.762 exemplaren wellicht groot, maar gezien de omvang van het gebied en de tijdsspanne stelt dit echt niet zo veel voor. Het leuke is dat aan de hand van karpervissers die hun vangsten melden de groei en verspreiding van de vissen kan worden gevolgd. Zo woog de zwaarste karper die werd gemeld maar liefst 28 kilo. Vang jij een karper in Leiden of omstreken? Maak dan altijd een foto van de linkerflank en meld de vis via skp.karperbeheer.nl of via facebook.com/karpercommissieleiden. De ‘matchmakers’ gaan vervolgens aan de slag om te kijken om welke vis het precies gaat en wat zijn historie is.

NACHTKAARS
“Stadser dan dit wordt het niet”, grapt Pom als hij zich achter een geparkeerde auto installeert en zijn rodpod op de stoep plaatst. Op deze stek is het water wat dieper – zeker vier meter – en gokt hij op avondsucces. Een van zijn rigs dropt hij vlak naast een woonboot, de ander belandt vlak voor een restaurant waar we achter de ramen de gasten gezellig zien eten. “Hopelijk schuiven de karpers zo ook aan”, merkt hij gevat op. Zodra de avond over Leiden valt vormt de stad een prachtig decor van lichtjes, met als pronkstuk de kerstverlichting van een woonboot tegenover de stek. Steeds meer studenten vinden hun weg naar de kroeg en de hoek van de straat verandert langzaam in een fietsenstalling. Waar de studentenstad nu boven water echt tot leven komt, blijft het onder water angstvallig stil. Als het ook nog begint het te hagelen, gaat de sessie uit als een nachtkaars. “Kom, we gaan ook een drankje doen”, zegt Pom terwijl hij de flinke onthaakmat vrijwel kurkdroog weer opbergt.

VERKASSEN
Na dit teken van leven blijft het een poos stil op de stek. “Kom, we gaan verkassen. Er staat nog een tweede stek, meer richting het centrum, op de agenda”, besluit Pom. Terwijl hij zijn boeltje inpakt legt hij uit dat-ie op een dag vaak drie stekken bevist. “Krijg ik op de eerste plek veel beet, dan blijf ik natuurlijk zitten. Maar omdat je nooit zeker weet waar de vis uithangt, verkas ik wanneer ik na drie tot vier uur vissen nog niets heb gevangen. Mobiel zijn en meerdere stekken aandoen is hier vaak de sleutel tot succes. De karpers liggen vanwege de drukte op de grachten en singels niet vaak hoog in het water, dus vissen spotten is lastig”, tipt hij. Check altijd goed de gratis VISplanner app, want in de binnenste stadsingels van Leiden mag je alleen vissen met een toestemming van de gemeente (slechts met één hengel en een beperkt aantal aassoorten). “Daarom bevis ik graag de singels, grachten en vaarten waar je gewoon met de VISpas aan de slag mag. Die zijn in de app goed te herkennen aan de donkerblauwe kleur.” Na een korte wandeling door het Rembrandtpark arriveert hij niet onopgemerkt het hart van Leiden. “Daar komt het leger”, grapt een voorbijganger als hij Pom in zijn groene ‘karperuniform’ en met een volgeladen kar ziet lopen.

>> voerboot

‘WILDE GAZELLES’
Een nadere inspectie van zijn materiaal leert dat Pom relatief zwaar vist. “Hier in het stadscentrum komen veel ‘wilde gazelles’ voor. Die met twee trappers”, verwijst hij naar de fietsen op de bodem van de gracht. Vandaar de keuze voor een 40/00 gevlochten hoofdlijn met een zes meter lange voorslag van 60/00 nylon. “Kruip dicht op je hengels en geef de vis geen centimeter ruimte”, tipt Pom. “Als je ze laat zwemmen vinden ze geheid een fiets, winkelkar of ander obstakel waar je de vis op kunt verspelen.” De stevige 3¼ lbs hengels zijn in deze omstandigheden dus zeker geen overkill. Om enigszins obstakelvrij te kunnen vissen, verkent Pom de stek in kwestie eerst altijd even. “Dat doe ik door met alleen een werpgewicht aan de lijn een paar worpen over de stek te maken. Zo ontdek je waar de obstakels liggen. Als het echt een fietsenkerkhof is, merk je dat snel genoeg en sla ik die stek over.” Deze plek is echter schoon en heeft hij drie dagen lang telkens van 300 gram boilies voorzien. “Zo weten de karpers dat hier wat lekkers te halen valt, maar overvoer ik ze niet. Met een beetje geluk scharrelt er nu vis rond die nog wel trek heeft in een boilie.”

STADSE GEZELLIGHEID
Inmiddels is het droog en laat op deze grijze dag zelfs de zon zich even zien. Pom kruipt onder zijn paraplu vandaan en maakt contact met de vele voorbijgangers. Hij groet iedereen en zo ontstaan er leuke, spontane gesprekken. “Vissen in de stad doe ik niet voor mijn rust, maar juist voor de gezelligheid en wat reuring. Als horecaman zoek ik dat juist op. Hier ben je lekker onder de mensen. Dat er soms wel eens een hond tegen je paraplu pist, is niet anders. Dan pak ik gewoon een emmer water en spoel ik de boel af – probleem opgelost.” De trotse Leienaar ziet zichzelf als een ambassadeur voor de hengelsport. “Zo vertel ik iedereen die het maar horen wil graag over mijn passie. Hoe meer mensen een positief gevoel hebben bij onze hobby, des te beter. Ook al deze voorbijgangers gaan immers naar de stembus. Blijf dus vriendelijk, houd rekening met je omgeving en laat je stek schoon achter.” Soms zoekt hij juist meer de rust op en vist hij op de Kagerplassen of het Braassemermeer. “Al vis ik wel heel graag in de stad. Voeren is zo gepiept – ik prop mijn zakken vol met boilies en stap op de fiets – en een sessie snel gepland en gevist. Een hoop stekken om de hoek is wel zo fijn als je een drukke baan hebt”, zegt Pom lachend.

UNIEK BESTAND
Natuurlijk zit Pom hier niet uitsluitend voor de gezelligheid. In Leiden zwemmen echte pareltjes rond: van volschubs tot rijenkarpers, en van edelschubs tot zwaarlijvige spiegels. Dit mooie en gevarieerde bestand is te danken aan het spiegelkarperproject van de Leidse Hengelaarsbond. Bovendien hebben de vissen hier ruim baan. “Vrijwel alle wateren in deze regio staan in verbinding met elkaar, dus de karpers kunnen overal heen. Een vis die hier op het Galgewater is uitgezet kan zo maar naar Haarlem zwemmen, mocht-ie de kolder in de kop krijgen. Je weet dus nooit waar ze zitten en hoe een sessie verloopt. Met twee tot drie vissen doe je het prima, maar ik heb ook wel eens sessies met acht karpers meegemaakt. En uiteraard loop je ook wel eens tegen een blank aan en blijft de teller op nul steken.” Dat lijkt vandaag niet te gebeuren, want plotsklaps schiet de hanger van de rechterhengel omhoog en begint de elektronische beetmelder te piepen. Vliegensvlug komt Pom in actie en maakt hij contact met de vis. “Brasem”, klinkt het ietwat teleurgesteld. Hoog in een boom wordt hij ‘uitgelachen’ door een groep luidruchtige halsbandparkieten. “Naast platten vang je ook zeelt en meerval. Die laatste soort heb ik tegenwoordig steeds vaker als bijvangst.”

In het kader van het verwachtingsmanagement valt Pom maar direct met de deur in huis: “De afgelopen twee weken is de watertemperatuur flink gedaald. Gisteren hadden we zelfs hagelbuien, dus daardoor koelde het water nog wat extra af. De karper zal dus vermoedelijk een stuk minder gretig azen. Maar we gaan zien wat deze sessie oplevert”, trapt de Leienaar af terwijl hij zijn compacte karperuitrusting van de transportkar haalt. Als de boel staat vaart hij zijn voerboot – voorzien van een Ronnie-rig met pop-up, een 120 grams loodalternatief en wat boilies in diverse formaten en smaken – geroutineerd richting een hoekje bij een brug. Zodra hij op de stek is gearriveerd, dropt hij het zaakje. Vervolgens bevestigt hij snel een topgewicht op het stuk lijn net buiten het topoog. “Mocht er een boot langskomen, dan vaart die niet door mijn lijn heen. Dat scheelt een hoop gedoe en mijn aas blijft zo mooi op de juiste plek liggen.” Nadat de hanger op de ietwat slappe lijn is geklikt staat de eerste hengel van Pom op scherp.

STRATEGISCHE SPLITSING
“Een splitsing van waterwegen – zoals hier bij de oude Kweekschool voor Zeevaart – heeft als voordeel dat je de hengels mooi kunt spreiden en zo langstrekkende vis opvangt”, legt de kok van beroep uit terwijl hij naar een breder, aangrenzend water wijst. Zijn tweede hengel wijst naar rechts, waar het aas onder een overhangende wilg wordt gedeponeerd. Daar staat zo’n twee meter water en bevinden zich nog wat resten van afgestorven lelies op de bodem. “Wellicht dat karpers daartussen naar voedsel zoeken. Bovendien ligt deze hengel precies op het hoekje van een splitsing met een diepere vaart. Daar is het in de vaargeul wel drie meter diep. Hoewel je ze daar ook kunt vangen, vis ik liever dichter tegen het kantje aan”, licht Pom zijn aanpak toe. De tweede hengel ligt nog maar net op de steun als er een rondvaartboot – met blij zwaaiende passagiers – voorbij vaart. Ook doemen er donkere wolken op, waarna het begint te gieten. Zodra Pom de paraplu opzet komt een stadsduif ook even schuilen en kijken of er nog iets te snaaien valt.

TEKST: PIETER BEELEN > FOTOGRAFIE: SANDER BOER

Het voerbootje dat op een zaterdagmiddag eind november door een Leidse singel vaart trekt aardig wat bekijks van voorbijgangers. Pom van der Heijden (32) vertelt hen graag over zijn karperpassie en de charme van het vissen in de monumentale binnenstad. Hét VISblad volgt hem op zijn route door het centrum van de Sleutelstad.

STADSE
KARPERS

Een
Ronnie-rig met
pop-up valt goed op
en wordt snel door de karper gevonden

Waar Leiden
’s avonds boven water tot leven kwam, bleef het onder water juist angstvallig stil

In Leiden is niet alles pais en vree. Zo wil de Partij voor de Dieren het Singelpark omtoveren tot het langste visreservaat van Nederland en probeert ze een verbod op de weerhaak te realiseren. Voordat hierover wordt besloten, wil het stadsbestuur eerst de voor- en nadelen inventariseren en afwegen. Dat gebeurt volgend jaar. Pom vindt de PvdD-voorstellen kortzichtig. “Door het vissen aan banden te leggen haal je mensen juist uit de natuur. Wil je het welzijn van de vis verbeteren? Mik dan op educatie. Goede voorlichting aan beginnende vissers werkt veel beter om vissen correct en zorgvuldig te behandelen.” Daarom is hij actief als vrijwilliger bij de Leidse Hengelaarsbond. “Als VISmeester neem ik kinderen mee naar buiten om ze kennis te laten maken met het onderwaterleven. Door hen goed te begeleiden leer ik ze verantwoord met vis om te gaan en worden ze meer natuurbewust. Dat behelst meer dan alleen vissen. Zo ben ik een echt buitenmens en fanatiek vogelaar. Die kennis en ervaring deel ik graag. Mijn neefjes zitten bijvoorbeeld veel te veel binnen naar schermen te kijken. Die neem ik mee uit vissen en op avontuur. Lekker naar buiten, weer of geen weer. Vissen werkt enorm verbindend.”

Door een gewichtje op het stuk lijn net buiten het topoog te bevestigen loopt de lijn over de bodem en heb je geen last van het scheepvaartverkeer.

NACHTKAARS
“Stadser dan dit wordt het niet”, grapt Pom als hij zich achter een geparkeerde auto installeert en zijn rodpod op de stoep plaatst. Op deze stek is het water wat dieper – zeker vier meter – en gokt hij op avondsucces. Een van zijn rigs dropt hij vlak naast een woonboot, de ander belandt vlak voor een restaurant waar we achter de ramen de gasten gezellig zien eten. “Hopelijk schuiven de karpers zo ook aan”, merkt hij gevat op. Zodra de avond over Leiden valt vormt de stad een prachtig decor van lichtjes, met als pronkstuk de kerstverlichting van een woonboot tegenover de stek. Steeds meer studenten vinden hun weg naar de kroeg en de hoek van de straat verandert langzaam in een fietsenstalling. Waar de studentenstad nu boven water echt tot leven komt, blijft het onder water angstvallig stil. Als het ook nog begint het te hagelen, gaat de sessie uit als een nachtkaars. “Kom, we gaan ook een drankje doen”, zegt Pom terwijl hij de flinke onthaakmat vrijwel kurkdroog weer opbergt.

VERKASSEN
Na dit teken van leven blijft het een poos stil op de stek. “Kom, we gaan verkassen. Er staat nog een tweede stek, meer richting het centrum, op de agenda”, besluit Pom. Terwijl hij zijn boeltje inpakt legt hij uit dat-ie op een dag vaak drie stekken bevist. “Krijg ik op de eerste plek veel beet, dan blijf ik natuurlijk zitten. Maar omdat je nooit zeker weet waar de vis uithangt, verkas ik wanneer ik na drie tot vier uur vissen nog niets heb gevangen. Mobiel zijn en meerdere stekken aandoen is hier vaak de sleutel tot succes. De karpers liggen vanwege de drukte op de grachten en singels niet vaak hoog in het water, dus vissen spotten is lastig”, tipt hij. Check altijd goed de gratis VISplanner app, want in de binnenste stadsingels van Leiden mag je alleen vissen met een toestemming van de gemeente (slechts met één hengel en een beperkt aantal aassoorten). “Daarom bevis ik graag de singels, grachten en vaarten waar je gewoon met de VISpas aan de slag mag. Die zijn in de app goed te herkennen aan de donkerblauwe kleur.” Na een korte wandeling door het Rembrandtpark arriveert hij niet onopgemerkt het hart van Leiden. “Daar komt het leger”, grapt een voorbijganger als hij Pom in zijn groene ‘karperuniform’ en met een volgeladen kar ziet lopen.

Met behulp van een voerboot dropt Pom het aas precies bij de vuilhoek naast de brug.
In de winter is het zaak om niet te veel voer te brengen zodat je de vis niet verzadigt.

>> voerboot

IN LEIDEN ZWEMMEN PARELTJES ROND, ZO BEWIJST DEZE VOLSCHUB DIE POM DAAR EERDER WIST TE VANGEN

Pom met een uitzetter van het spiegelkarperproject in Leiden.

Het unieke karperbestand in Leiden en (verre) omstreken is te danken aan het spiegelkarperproject dat in 2001 officieel is begonnen. Tot 2008 zijn er door de toenmalige ‘Leidse karperclub’ 2.330 spiegelkarpertjes uitgezet. Vanaf 2016 tot en met 2023 heeft de Leidse Karper Commissie nog eens 1.432 karpers uitgezet (1.185 spiegelkarpers en 247 edelkarpers). Het aantal uitgezette vissen lijkt met 3.762 exemplaren wellicht groot, maar gezien de omvang van het gebied en de tijdsspanne stelt dit echt niet zo veel voor. Het leuke is dat aan de hand van karpervissers die hun vangsten melden de groei en verspreiding van de vissen kan worden gevolgd. Zo woog de zwaarste karper die werd gemeld maar liefst 28 kilo. Vang jij een karper in Leiden of omstreken? Maak dan altijd een foto van de linkerflank en meld de vis via skp.karperbeheer.nl of via facebook.com/karpercommissieleiden. De ‘matchmakers’ gaan vervolgens aan de slag om te kijken om welke vis het precies gaat en wat zijn historie is.

SPIEGELKARPERPROJECT LEIDEN

In het kader van het verwachtingsmanagement valt Pom maar direct met de deur in huis: “De afgelopen twee weken is de watertemperatuur flink gedaald. Gisteren hadden we zelfs hagelbuien, dus daardoor koelde het water nog wat extra af. De karper zal dus vermoedelijk een stuk minder gretig azen. Maar we gaan zien wat deze sessie oplevert”, trapt de Leienaar af terwijl hij zijn compacte karperuitrusting van de transportkar haalt. Als de boel staat vaart hij zijn voerboot – voorzien van een Ronnie-rig met pop-up, een 120 grams loodalternatief en wat boilies in diverse formaten en smaken – geroutineerd richting een hoekje bij een brug. Zodra hij op de stek is gearriveerd, dropt hij het zaakje. Vervolgens bevestigt hij snel een topgewicht op het stuk lijn net buiten het topoog. “Mocht er een boot langskomen, dan vaart die niet door mijn lijn heen. Dat scheelt een hoop gedoe en mijn aas blijft zo mooi op de juiste plek liggen.” Nadat de hanger op de ietwat slappe lijn is geklikt staat de eerste hengel van Pom op scherp.

STRATEGISCHE SPLITSING
“Een splitsing van waterwegen – zoals hier bij de oude Kweekschool voor Zeevaart – heeft als voordeel dat je de hengels mooi kunt spreiden en zo langstrekkende vis opvangt”, legt de kok van beroep uit terwijl hij naar een breder, aangrenzend water wijst. Zijn tweede hengel wijst naar rechts, waar het aas onder een overhangende wilg wordt gedeponeerd. Daar staat zo’n twee meter water en bevinden zich nog wat resten van afgestorven lelies op de bodem. “Wellicht dat karpers daartussen naar voedsel zoeken. Bovendien ligt deze hengel precies op het hoekje van een splitsing met een diepere vaart. Daar is het in de vaargeul wel drie meter diep. Hoewel je ze daar ook kunt vangen, vis ik liever dichter tegen het kantje aan”, licht Pom zijn aanpak toe. De tweede hengel ligt nog maar net op de steun als er een rondvaartboot – met blij zwaaiende passagiers – voorbij vaart. Ook doemen er donkere wolken op, waarna het begint te gieten. Zodra Pom de paraplu opzet komt een stadsduif ook even schuilen en kijken of er nog iets te snaaien valt.

‘WILDE GAZELLES’
Een nadere inspectie van zijn materiaal leert dat Pom relatief zwaar vist. “Hier in het stadscentrum komen veel ‘wilde gazelles’ voor. Die met twee trappers”, verwijst hij naar de fietsen op de bodem van de gracht. Vandaar de keuze voor een 40/00 gevlochten hoofdlijn met een zes meter lange voorslag van 60/00 nylon. “Kruip dicht op je hengels en geef de vis geen centimeter ruimte”, tipt Pom. “Als je ze laat zwemmen vinden ze geheid een fiets, winkelkar of ander obstakel waar je de vis op kunt verspelen.” De stevige 3¼ lbs hengels zijn in deze omstandigheden dus zeker geen overkill. Om enigszins obstakelvrij te kunnen vissen, verkent Pom de stek in kwestie eerst altijd even. “Dat doe ik door met alleen een werpgewicht aan de lijn een paar worpen over de stek te maken. Zo ontdek je waar de obstakels liggen. Als het echt een fietsenkerkhof is, merk je dat snel genoeg en sla ik die stek over.” Deze plek is echter schoon en heeft hij drie dagen lang telkens van 300 gram boilies voorzien. “Zo weten de karpers dat hier wat lekkers te halen valt, maar overvoer ik ze niet. Met een beetje geluk scharrelt er nu vis rond die nog wel trek heeft in een boilie.”

STADSE GEZELLIGHEID
Inmiddels is het droog en laat op deze grijze dag zelfs de zon zich even zien. Pom kruipt onder zijn paraplu vandaan en maakt contact met de vele voorbijgangers. Hij groet iedereen en zo ontstaan er leuke, spontane gesprekken. “Vissen in de stad doe ik niet voor mijn rust, maar juist voor de gezelligheid en wat reuring. Als horecaman zoek ik dat juist op. Hier ben je lekker onder de mensen. Dat er soms wel eens een hond tegen je paraplu pist, is niet anders. Dan pak ik gewoon een emmer water en spoel ik de boel af – probleem opgelost.” De trotse Leienaar ziet zichzelf als een ambassadeur voor de hengelsport. “Zo vertel ik iedereen die het maar horen wil graag over mijn passie. Hoe meer mensen een positief gevoel hebben bij onze hobby, des te beter. Ook al deze voorbijgangers gaan immers naar de stembus. Blijf dus vriendelijk, houd rekening met je omgeving en laat je stek schoon achter.” Soms zoekt hij juist meer de rust op en vist hij op de Kagerplassen of het Braassemermeer. “Al vis ik wel heel graag in de stad. Voeren is zo gepiept – ik prop mijn zakken vol met boilies en stap op de fiets – en een sessie snel gepland en gevist. Een hoop stekken om de hoek is wel zo fijn als je een drukke baan hebt”, zegt Pom lachend.

UNIEK BESTAND
Natuurlijk zit Pom hier niet uitsluitend voor de gezelligheid. In Leiden zwemmen echte pareltjes rond: van volschubs tot rijenkarpers, en van edelschubs tot zwaarlijvige spiegels. Dit mooie en gevarieerde bestand is te danken aan het spiegelkarperproject van de Leidse Hengelaarsbond. Bovendien hebben de vissen hier ruim baan. “Vrijwel alle wateren in deze regio staan in verbinding met elkaar, dus de karpers kunnen overal heen. Een vis die hier op het Galgewater is uitgezet kan zo maar naar Haarlem zwemmen, mocht-ie de kolder in de kop krijgen. Je weet dus nooit waar ze zitten en hoe een sessie verloopt. Met twee tot drie vissen doe je het prima, maar ik heb ook wel eens sessies met acht karpers meegemaakt. En uiteraard loop je ook wel eens tegen een blank aan en blijft de teller op nul steken.” Dat lijkt vandaag niet te gebeuren, want plotsklaps schiet de hanger van de rechterhengel omhoog en begint de elektronische beetmelder te piepen. Vliegensvlug komt Pom in actie en maakt hij contact met de vis. “Brasem”, klinkt het ietwat teleurgesteld. Hoog in een boom wordt hij ‘uitgelachen’ door een groep luidruchtige halsbandparkieten. “Naast platten vang je ook zeelt en meerval. Die laatste soort heb ik tegenwoordig steeds vaker als bijvangst.”

VISRESERVAAT

Verkassen is met een compacte uitrusting snel gepiept en levert in de regel vaker succes op

Sportvisserij Nederland

Hét VISblad online magazine
Volledig scherm