ZOEK DE AASVIS, VIND DE SNOEK 

>> SNOEKSTEKKEN ONDER DE LOEP

Niels: “Duikers en bruggen staan op nummer één en twee van het lijstje met potentiële hotspots voor aasvis en snoek. Bevis ook zeker splitsingen en vernauwingen van het water. Daar wacht de snoek regelmatig als ‘poortwachter’ op een prooi. Let echter ook goed op minder voor de hand liggende pleisterplaatsen, zoals een bundel rietstengels in de oeverzone van een monotone sloot. Enkele rietstengels zien er niet echt imposant uit, maar onder water kunnen de wortels net genoeg dekking geven voor aasvis – of als plek voor een hinderlaag van de snoek fungeren.”

>> VASTE WAARDEN 
PLUS JOKERS

Hoewel Calvin en Niels echte ‘tackle tarts’ zijn met een indrukwekkende verzameling kunstaas, is compact op pad gaan toch hun belangrijkste advies. “Pak één lege tackle box, vul deze met enkele bewezen vangers en doe er nog enkele jokers bij. Daarbij laten we spinners en kleine plugjes – die op kleinschalig water uiteraard voor de hand liggen – achterwege. Kies gezien de hengeldruk en dressuur juist voor onderscheidend kunstaas waar niet of slechts weinig mee wordt gevist.”

>>TIP:

ESSENTIËLE HULPMIDDELEN
Bij het snoekvissen zijn enkele hulpmiddelen een must. Een degelijke onthaak- en kniptang (die eerste van minimaal 28 cm lengte) mogen niet in de uitrusting ontbreken. Ook een kunstaasredder zit bij Calvin en Niels standaard in de tas. “Kom je muurvast te zitten, dan biedt deze gadget uitkomst. In nagenoeg alle situaties haal ik mijn kunstaas – met daarbij soms een fiets of andere troep – uit het water.”

>>DICHTGEKNEPEN WEERHAAK
Calvin: “Sinds ik een vismaat met een dreg in zijn hand naar een huisartsenpost heb gebracht, knijp ik alle weerhaken op mijn kunstaas met twee dreggen plat tot een kleine bobbel. Dat is niet alleen veiliger voor ons, maar het onthaken verloopt ook een stuk gemakkelijker. Dat is een groot voordeel bij kunstaas met twee dreggen en ook voor beginnende roofvissers. Bovendien heb ik niet het idee dat er zo meer vissen losschieten.”

>> CHECKLIST
Hengel: 2.20 tot 2.40 meter, 30-100 gram werpgewicht Reel en
hoofdlijn: werpreel met een 25 tot 35/00 gevlochten hoofdlijn
Onderlijn: fluorocarbon met een diameter van minimaal 1 mm
Overig: Rugzak met daarin onthaak- en kniptangen, tackle boxen, onderlijnen en proviand. Neem ook altijd een onthaakmat, schepnet en polaroidbril mee.

Tevens kan de streetview functie nog meer informatie opleveren.” Hoewel de kaarten niet altijd compleet zijn, komt er hulp vanuit onverwachte hoek. “Bij toeval ontdekten we dat de kaart van de gratis game Pokémon GO soms water laat zien dat nog niet op Google Maps staat ingetekend. De slogan Gotta catch ’em all krijgt hiermee een geheel nieuwe betekenis”, grapt Niels.

NIET ALTIJD HONKVAST
In het uitgebreide slotenstelsel binnen de bebouwde kom is het flink zoeken geblazen om de aasvis te vinden. “Die blijft niet altijd honkvast op één plek liggen, maar migreert soms ook. Twee weken geleden wemelde het in deze vijver van de witvis en hadden we volop actie van snoek. Nu lijken ze wel van de aardbodem te zijn verdwenen”, constateert Calvin. Iets verderop zien we in een andere vijver en sloot twee grote kolken achter het kunstaas, maar een aanbeet blijft uit. Dus trekken de vismaten verder op hun route. Dan komen ze uit bij een smalle sloot waar de aasvis wel present blijkt. De shad van Niels die in het water plonst doet een school voorntjes uiteen spatten. “Dit is eigenlijk een beetje valsspelen, maar het kan de snoek wel activeren”, zegt hij. Dat blijkt: binnen korte tijd volgen op diverse plekken in de sloot enkele groenjassen het kunstaas. Die zijn echter niet geïnteresseerd om daadwerkelijk toe te slaan.

STEKWISSEL
De dag is inmiddels een eind gevorderd, maar vooralsnog weigeren Calvin en Niels de handdoek in de ring te werpen. Omdat een stekwissel soms een positieve draai kan geven aan een visdag, verkassen ze nog tweemaal. De tackle boxen worden ook binnenstebuiten gekeerd om te kijken of ze het kunstaas kunnen vinden dat vandaag wel in de smaak valt bij de snoek. Uiteindelijk leveren de inspanningen echter geen snoek meer op. “We hebben wel veel actie gehad”, blikt Calvin terug. “Zouden we de helft van alle volgers en snoeken die we hebben zien staan hebben kunnen vangen, dan waren we in de dubbele cijfers geëindigd. Maar goed, het kan niet iedere keer volop feest zijn. We hebben een leuke en gezellige visdag gehad en komen hier later deze winter nog wel eens terug voor een herkansing.”

In de uitgestrekte Noord-Hollandse poldersystemen is het een kwestie van eerst de aasvis lokaliseren om vervolgens snoek te kunnen vangen. Calvin Clerc (26) en zijn vismaat Niels van Reeuwijk (25) doen dat met een actieve vistechniek en kunstaas dat niet veel wordt gebruikt. Hét VISblad struinde met hen enkele Noord-Hollandse dorpjes af op zoek naar wintersnoek.

TEKST: MARK PIJNAPPELS > FOTOGRAFIE: SANDER BOER

Dit bewijst maar weer eens hoe belangrijk het is om het kunstaas zo lang mogelijk in het water te houden. Laat dit, indien mogelijk, zelfs even stilhangen voordat je het uit het water lift. Want het komt opvallend vaak voor dat de snoek pas op het laatste moment – vlak onder de hengeltop – besluit om alsnog toe te slaan”, merkt Calvin op terwijl hij de vis landt. Na een snel fotootje gaat de snoek van een centimeter of zeventig weer retour in het koude water.

LOOPROUTE BEPALEN
Na de vangst maken ze op dezelfde plek nog een paar worpen, maar al vrij snel wordt besloten om te verkassen. Binnen een straal van 175 meter van het startpunt bevinden zich immers nog meer potentiële hotspots. Twee grote en twee kleine bruggen, twee splitsingen van sloten en een oude stuw met een stenen fundering. Niels: “Meestal stippelen we een looproute uit waarop we verschillende soorten interessante stekken aandoen. Die plekken vissen we snel af. Als we na zo’n vijf worpen de man niks hebben gezien, gaan we door naar de volgende stek. Zo bestrijken we veel water en richten we ons vooral op actieve snoek, in plaats van uitgebreid en met veel kunstaaswissels een sloot volledig af te vissen.” Afhankelijk van het resultaat keren ze soms terug naar plekken waar ze een snoek hebben gevangen, hebben gemist of veel activiteit van vis zagen. “Je bent dus ook in een dorp als dit op één dag niet snel uitgevist.”

GOTTA CATCH 'EM ALL
Een bleek winterzonnetje priemt door de wolken op de eerste kille ochtend eind november. Voordat ze het dorp induiken, krijgt Niels bij een bruggetje aan de rand van de bebouwing ook wat actie. Een snoek van een centimeter of 80 volgt de softbait tot onder de hengeltop en slaat dan toe. De vis schiet echter vrijwel onmiddellijk los. “Als er zo weinig lijn uitstaat, wordt de kans dat je de vis goed haakt kleiner”, zegt Niels teleurgesteld. De plek wordt gemarkeerd om later nog eens te bevissen. Met behulp van Google Maps bepalen ze vervolgens waar ze precies de woonwijk in zullen gaan. “Benut deze technische hulpmiddelen”, tipt Calvin terwijl hij op zijn smartphone navigeert. “Via deze app hebben we al zoveel visstekken gevonden. Zoek uiteraard naar structuren als bruggen, splitsingen en steigers. Maar bestudeer ook de luchtfoto’s goed, soms zie je nog lelievelden liggen. Momenteel bevinden de restanten daarvan zich op de bodem, maar dit zijn plekken waar voorntjes zich graag ophouden. 

grote(re) snoeken liggen vaak in het midden van het water omdat ze geen natuurlijke vijanden hebben, de kleinere exemplaren zoeken beschutting in de oeverzone

Meters maken
is vaak het devies om de aasvis én de snoek te vinden

Noord-Holland is een water- en snoekrijke provincie. Je vindt er talrijke uitgestrekte poldersystemen die zich door zowel weilanden als dorpen slingeren. “Waar je in de zomerperiode eigenlijk overal wel snoek kunt tegenkomen, is dat in de winter net even anders”, zegt Calvin. “In de koude maanden schoolt de witvis samen. Over het algemeen zoekt de aasvis warmer water en beschutting op. Ze trekken daarom massaal van de polder richting dorpen en steden – met Esox lucius in het kielzog.” Dat verklaart meteen de keuze voor de startlocatie in een dorpje tussen Hoorn en Heerhugowaard.

NET EVEN ANDERS
Daar heerst op deze doordeweekse dag een vredige rust. Dat is in het weekend volgens Niels wel anders. “Op zaterdag en zondag kom je in deze gemeente, vaker dan voorheen, geregeld andere kunstaasvissers tegen. Dat je hier – net als in andere dorpen in de regio – ’s winters goed kunt snoekvissen, is al decennia bekend”, zegt de Heemskerker. Die toegenomen drukte heeft deels te maken met stekherkenning. “Dat is de keerzijde van mijn YouTube-kanaal ‘Fishing With Calvin’. Kunstaasvissen is heel populair en mensen gaan toch op zoek naar waar je vist”, zegt Calvin. De hengeldruk en dressuur maakt dat de snoeken zich met de standaardtechnieken niet meer zo snel laten foppen. “Daarom pakken we het net wat anders aan dan gebruikelijk is”, vult Niels aan terwijl hij een grote, ‘nucleair’ gekleurde jerkbait op de eerste stek lanceert. Calvin laat een onverzwaarde softbait in een natuurlijke kleur in de circa acht meter brede sloot plonzen. “Je moet kunstaas gebruiken dat de snoek waarschijnlijk nog niet veel voorbij heeft zien komen, dus wat anders pakken dan waar de locals doorgaans mee vissen.”

SNEL SCHAKELEN
Vijf minuten na het begin van het snoekavontuur schrikt Niels op: plotseling zoekt aan de overkant van de sloot aasvis een goed heenkomen, direct gevolgd door een indrukwekkende kolk. “Hier is snoek aan het jagen”, roept hij naar zijn vismaat die ongeveer twintig meter verderop staat. Calvin komt er direct aan om ook in deze zone aan de slag te gaan. Na drie worpen zonder aanbeet, grijpen ze naar hun tackle box. “Ik schakel over naar een voorn-imitatie, wat doe jij?”, overlegt Calvin met zijn maat. Die hangt een felgekleurde softbait in de speld, terwijl tien meter verderop de school aasvis weer alle kanten opschiet. De eerste worp na de kunstaaswissel levert direct resultaat op. Een snoek stort zich vlak voor de kant op de hyperrealistische softbait van Calvin. “Yes, hangen!

TEKST: MARK PIJNAPPELS > FOTOGRAFIE: SANDER BOER

In de uitgestrekte Noord-Hollandse poldersystemen is het een kwestie van eerst de aasvis lokaliseren om vervolgens snoek te kunnen vangen. Calvin Clerc (26) en zijn vismaat Niels van Reeuwijk (25) doen dat met een actieve vistechniek en kunstaas dat niet veel wordt gebruikt. Hét VISblad struinde met hen enkele Noord-Hollandse dorpjes af op zoek naar wintersnoek.

ZOEK DE AASVIS, VIND DE SNOEK 

>> SNOEKSTEKKEN ONDER DE LOEP

Niels: “Duikers en bruggen staan op nummer één en twee van het lijstje met potentiële hotspots voor aasvis en snoek. Bevis ook zeker splitsingen en vernauwingen van het water. Daar wacht de snoek regelmatig als ‘poortwachter’ op een prooi. Let echter ook goed op minder voor de hand liggende pleisterplaatsen, zoals een bundel rietstengels in de oeverzone van een monotone sloot. Enkele rietstengels zien er niet echt imposant uit, maar onder water kunnen de wortels net genoeg dekking geven voor aasvis – of als plek voor een hinderlaag van de snoek fungeren.”

Tevens kan de streetview functie nog meer informatie opleveren.” Hoewel de kaarten niet altijd compleet zijn, komt er hulp vanuit onverwachte hoek. “Bij toeval ontdekten we dat de kaart van de gratis game Pokémon GO soms water laat zien dat nog niet op Google Maps staat ingetekend. De slogan Gotta catch ’em all krijgt hiermee een geheel nieuwe betekenis”, grapt Niels.

NIET ALTIJD HONKVAST
In het uitgebreide slotenstelsel binnen de bebouwde kom is het flink zoeken geblazen om de aasvis te vinden. “Die blijft niet altijd honkvast op één plek liggen, maar migreert soms ook. Twee weken geleden wemelde het in deze vijver van de witvis en hadden we volop actie van snoek. Nu lijken ze wel van de aardbodem te zijn verdwenen”, constateert Calvin. Iets verderop zien we in een andere vijver en sloot twee grote kolken achter het kunstaas, maar een aanbeet blijft uit. Dus trekken de vismaten verder op hun route. Dan komen ze uit bij een smalle sloot waar de aasvis wel present blijkt. De shad van Niels die in het water plonst doet een school voorntjes uiteen spatten. “Dit is eigenlijk een beetje valsspelen, maar het kan de snoek wel activeren”, zegt hij. Dat blijkt: binnen korte tijd volgen op diverse plekken in de sloot enkele groenjassen het kunstaas. Die zijn echter niet geïnteresseerd om daadwerkelijk toe te slaan.

STEKWISSEL
De dag is inmiddels een eind gevorderd, maar vooralsnog weigeren Calvin en Niels de handdoek in de ring te werpen. Omdat een stekwissel soms een positieve draai kan geven aan een visdag, verkassen ze nog tweemaal. De tackle boxen worden ook binnenstebuiten gekeerd om te kijken of ze het kunstaas kunnen vinden dat vandaag wel in de smaak valt bij de snoek. Uiteindelijk leveren de inspanningen echter geen snoek meer op. “We hebben wel veel actie gehad”, blikt Calvin terug. “Zouden we de helft van alle volgers en snoeken die we hebben zien staan hebben kunnen vangen, dan waren we in de dubbele cijfers geëindigd. Maar goed, het kan niet iedere keer volop feest zijn. We hebben een leuke en gezellige visdag gehad en komen hier later deze winter nog wel eens terug voor een herkansing.”

>> VASTE WAARDEN 
PLUS JOKERS

Hoewel Calvin en Niels echte ‘tackle tarts’ zijn met een indrukwekkende verzameling kunstaas, is compact op pad gaan toch hun belangrijkste advies. “Pak één lege tackle box, vul deze met enkele bewezen vangers en doe er nog enkele jokers bij. Daarbij laten we spinners en kleine plugjes – die op kleinschalig water uiteraard voor de hand liggen – achterwege. Kies gezien de hengeldruk en dressuur juist voor onderscheidend kunstaas waar niet of slechts weinig mee wordt gevist.”

grote(re) snoeken liggen vaak in het midden van het water omdat ze geen natuurlijke vijanden hebben, de kleinere exemplaren zoeken beschutting in de oeverzone

Meters maken
is vaak het devies om de aasvis én de snoek te vinden

Dit bewijst maar weer eens hoe belangrijk het is om het kunstaas zo lang mogelijk in het water te houden. Laat dit, indien mogelijk, zelfs even stilhangen voordat je het uit het water lift. Want het komt opvallend vaak voor dat de snoek pas op het laatste moment – vlak onder de hengeltop – besluit om alsnog toe te slaan”, merkt Calvin op terwijl hij de vis landt. Na een snel fotootje gaat de snoek van een centimeter of zeventig weer retour in het koude water.

LOOPROUTE BEPALEN
Na de vangst maken ze op dezelfde plek nog een paar worpen, maar al vrij snel wordt besloten om te verkassen. Binnen een straal van 175 meter van het startpunt bevinden zich immers nog meer potentiële hotspots. Twee grote en twee kleine bruggen, twee splitsingen van sloten en een oude stuw met een stenen fundering. Niels: “Meestal stippelen we een looproute uit waarop we verschillende soorten interessante stekken aandoen. Die plekken vissen we snel af. Als we na zo’n vijf worpen de man niks hebben gezien, gaan we door naar de volgende stek. Zo bestrijken we veel water en richten we ons vooral op actieve snoek, in plaats van uitgebreid en met veel kunstaaswissels een sloot volledig af te vissen.” Afhankelijk van het resultaat keren ze soms terug naar plekken waar ze een snoek hebben gevangen, hebben gemist of veel activiteit van vis zagen. “Je bent dus ook in een dorp als dit op één dag niet snel uitgevist.”

GOTTA CATCH 'EM ALL
Een bleek winterzonnetje priemt door de wolken op de eerste kille ochtend eind november. Voordat ze het dorp induiken, krijgt Niels bij een bruggetje aan de rand van de bebouwing ook wat actie. Een snoek van een centimeter of 80 volgt de softbait tot onder de hengeltop en slaat dan toe. De vis schiet echter vrijwel onmiddellijk los. “Als er zo weinig lijn uitstaat, wordt de kans dat je de vis goed haakt kleiner”, zegt Niels teleurgesteld. De plek wordt gemarkeerd om later nog eens te bevissen. Met behulp van Google Maps bepalen ze vervolgens waar ze precies de woonwijk in zullen gaan. “Benut deze technische hulpmiddelen”, tipt Calvin terwijl hij op zijn smartphone navigeert. “Via deze app hebben we al zoveel visstekken gevonden. Zoek uiteraard naar structuren als bruggen, splitsingen en steigers. Maar bestudeer ook de luchtfoto’s goed, soms zie je nog lelievelden liggen. Momenteel bevinden de restanten daarvan zich op de bodem, maar dit zijn plekken waar voorntjes zich graag ophouden. 

>>DICHTGEKNEPEN WEERHAAK
Calvin: “Sinds ik een vismaat met een dreg in zijn hand naar een huisartsenpost heb gebracht, knijp ik alle weerhaken op mijn kunstaas met twee dreggen plat tot een kleine bobbel. Dat is niet alleen veiliger voor ons, maar het onthaken verloopt ook een stuk gemakkelijker. Dat is een groot voordeel bij kunstaas met twee dreggen en ook voor beginnende roofvissers. Bovendien heb ik niet het idee dat er zo meer vissen losschieten.”

>>TIP:

ESSENTIËLE HULPMIDDELEN
Bij het snoekvissen zijn enkele hulpmiddelen een must. Een degelijke onthaak- en kniptang (die eerste van minimaal 28 cm lengte) mogen niet in de uitrusting ontbreken. Ook een kunstaasredder zit bij Calvin en Niels standaard in de tas. “Kom je muurvast te zitten, dan biedt deze gadget uitkomst. In nagenoeg alle situaties haal ik mijn kunstaas – met daarbij soms een fiets of andere troep – uit het water.”

>> CHECKLIST
Hengel: 2.20 tot 2.40 meter, 30-100 gram werpgewicht Reel en
hoofdlijn: werpreel met een 25 tot 35/00 gevlochten hoofdlijn
Onderlijn: fluorocarbon met een diameter van minimaal 1 mm
Overig: Rugzak met daarin onthaak- en kniptangen, tackle boxen, onderlijnen en proviand. Neem ook altijd een onthaakmat, schepnet en polaroidbril mee.

Noord-Holland is een water- en snoekrijke provincie. Je vindt er talrijke uitgestrekte poldersystemen die zich door zowel weilanden als dorpen slingeren. “Waar je in de zomerperiode eigenlijk overal wel snoek kunt tegenkomen, is dat in de winter net even anders”, zegt Calvin. “In de koude maanden schoolt de witvis samen. Over het algemeen zoekt de aasvis warmer water en beschutting op. Ze trekken daarom massaal van de polder richting dorpen en steden – met Esox lucius in het kielzog.” Dat verklaart meteen de keuze voor de startlocatie in een dorpje tussen Hoorn en Heerhugowaard.

NET EVEN ANDERS
Daar heerst op deze doordeweekse dag een vredige rust. Dat is in het weekend volgens Niels wel anders. “Op zaterdag en zondag kom je in deze gemeente, vaker dan voorheen, geregeld andere kunstaasvissers tegen. Dat je hier – net als in andere dorpen in de regio – ’s winters goed kunt snoekvissen, is al decennia bekend”, zegt de Heemskerker. Die toegenomen drukte heeft deels te maken met stekherkenning. “Dat is de keerzijde van mijn YouTube-kanaal ‘Fishing With Calvin’. Kunstaasvissen is heel populair en mensen gaan toch op zoek naar waar je vist”, zegt Calvin. De hengeldruk en dressuur maakt dat de snoeken zich met de standaardtechnieken niet meer zo snel laten foppen. “Daarom pakken we het net wat anders aan dan gebruikelijk is”, vult Niels aan terwijl hij een grote, ‘nucleair’ gekleurde jerkbait op de eerste stek lanceert. Calvin laat een onverzwaarde softbait in een natuurlijke kleur in de circa acht meter brede sloot plonzen. “Je moet kunstaas gebruiken dat de snoek waarschijnlijk nog niet veel voorbij heeft zien komen, dus wat anders pakken dan waar de locals doorgaans mee vissen.”

SNEL SCHAKELEN
Vijf minuten na het begin van het snoekavontuur schrikt Niels op: plotseling zoekt aan de overkant van de sloot aasvis een goed heenkomen, direct gevolgd door een indrukwekkende kolk. “Hier is snoek aan het jagen”, roept hij naar zijn vismaat die ongeveer twintig meter verderop staat. Calvin komt er direct aan om ook in deze zone aan de slag te gaan. Na drie worpen zonder aanbeet, grijpen ze naar hun tackle box. “Ik schakel over naar een voorn-imitatie, wat doe jij?”, overlegt Calvin met zijn maat. Die hangt een felgekleurde softbait in de speld, terwijl tien meter verderop de school aasvis weer alle kanten opschiet. De eerste worp na de kunstaaswissel levert direct resultaat op. Een snoek stort zich vlak voor de kant op de hyperrealistische softbait van Calvin. “Yes, hangen!

Sportvisserij Nederland

Hét VISblad online magazine
Volledig scherm