Het Lauwersmeer

witvisparadijs

TEKST: HERWIN KWINT > FOTOGRAFIE: SANDER BOER

Het Lauwersmeer is een uniek water: er zwemt veel en vooral ook grote witvis. Aan deze binnenzee maakt iedere sportvisser goede kans om zijn persoonlijke record brasem, winde of voorn te verbeteren. Het mooie is dat dit het hele jaar door kan en de trukendoos daarvoor vaak niet eens volledig open hoeft. Herwin Kwint wijst je de weg naar een grandioze visdag in dit Nationaal Park.

stekkeuze

Suyderoogh
(Nieuw Robbengat)

Het Lauwersmeer is groot, maar geen moeilijk water. Voor een succesvolle visdag is vooral de stekkeuze belangrijk. Om je op weg te helpen bespreken we in dit kader een aantal stekken en de beste tactiek ter plaatse. Check voor meer informatie ook de brochure ‘Het Lauwersmeer – dé sportvisbestemming van het noorden’ met daarin een plattegrond waarop de visstekken duidelijk staan gemarkeerd. >

> DOKKUMERDIEP EN ZOUTKAMPERRIL
In het vroege voorjaar (maart/april) verzamelt de brasem zich massaal in het Dokkumerdiep en de Zoutkamperril – twee grote kanalen die vanuit de provincies Groningen en Friesland uitmonden aan de zuid- en oostzijde van het Lauwersmeer. Deze twee ‘uitlopers’ zijn zo’n 50 tot 60 meter breed, waarbij het talud op zo’n 20 à 25 meter uit de oever ligt. Aan het Dokkumerdiep vind je verschillende betonnen visplateaus en een ruime mindervaliden vissteiger (brochure: pag. 5, stek nr. 5). De stekken zijn bereikbaar via een fietspad, de auto dient geparkeerd te worden op de parkeerplaats aan het Slenkpad. Een tweede topstek in het voorjaar vind je bij de Zoutkamperril. Daar is eveneens een ruime, goed toegankelijke vissteiger aangelegd (brochure: pag. 5, stek nr. 9). Wanneer je vanuit Zoutkamp op de Strandweg rijdt, dan zie je dat er langs de oevers van de Zoutkamperril meerdere mooie stekken liggen die in het vroege voorjaar flink vis kunnen opleveren.
>> VLINDERBALG
Halverwege de oostzijde van het Lauwersmeer vind je de vissteiger aan de Vlinderbalg (brochure: pag. 5, stek nr. 8). Vanaf deze steiger heb je een fantastisch weids uitzicht op het water en is de kans groot dat je een zeearend voorbij ziet vliegen – de observatietoren waar veel vogelliefhebbers gebruik van maken staat hier niet voor niets in de buurt. De optimale werpafstand vanaf deze steiger bedraagt 20 tot 40 meter. Dan vis je in water van hooguit 1,5 meter diep. Vergeet niet om in de vroege ochtend en avonduren dichtbij te vissen, ook al staat er in de oeverzone maar 50 centimeter water.

>> SUYDEROOGH (NIEUW ROBBENGAT)
Aan het einde van De Rug – zo’n 100 meter voorbij het Landal vakantiepark Suyderoogh – vind je prachtige stekken, waaronder vijf grote betonnen visplateaus (brochure: pag. 5, stek nr. 7). Vanaf april tot diep in het najaar mag je de vis op deze stekken op zo’n 20 tot 35 meter uit de kant verwachten. Ook met een straffe zuidwestenwind zijn hier nog plekken te vinden waar je lekker in de luwte zit. De auto kun je kwijt op de parkeerplaatsen aan het einde van de weg De Rug.

>> PAVILJOEN MEERZICHT
Rondom het paviljoen Meerzicht kun je tenslotte ook mooi vissen bij de zwemstranden. Het spreekt voor zich dat hier in het zomerseizoen de nodige dagrecreatie plaatsvindt. Doordat zwemmers de bodem omwoelen, komt hier in de vroege ochtend- en late avonduren veel vis azen – zelfs tot kort onder de kant. Ook in het voor- en najaar zijn hier zeer goede vangsten mogelijk, zeker wanneer de zuidwestenwind lekker op de mooie, vlakke grasoever staat te blazen! Net zoals elders kun je de vis op afstanden van 20 tot 40 meter en hooguit twee meter diep water verwachten.

>> GEMAAL NIEUW ROBBENGAT
Aan de oostzijde van het Suyderoogh vind je het gemaal Nieuw Robbengat. Daarnaast is een mindervaliden steiger aanwezig. Rondom het gemaal kun je vanaf de oever prima feedervissen. Verre worpen zijn niet nodig, want dichtbij het gemaal is het water al drie tot vier meter diep.

‘Sta niet raar te
kijken als je een bot vangt – ook Atlantische forel behoort tot de mogelijkheden’

VIS- EN VAKANTIEBESTEMMING
De natuur in en rond het Lauwersmeer is zo bijzonder dat het gebied sinds 2003 een officieel Nationaal Park is. En het mooie is: sportvissers zijn hier welkom! Met de VISpas mag je vissen op deze unieke lap van pakweg 2.000 hectare water. Vanaf de kant is het Lauwersmeer soms moeilijk te bereiken omdat een groot gedeelte van de oeverzone niet publiek toegankelijk is om de natuur met rust te laten. Gelukkig zijn voor sportvissers talrijke faciliteiten aangelegd – zoals visplateaus en (mindervalide) vissteigers – en kom je met een waadpak ook een heel eind. Vanuit heel Nederland komen sportvissers naar het Lauwersmeergebied om hun geluk te beproeven. Die kunnen, met hun gezin of vismaten, terecht in de vakantieparken in en rondom het park, waar je omringd bent door visrijk water en een unieke natuur. Ook kun je van daaruit prima uitstapjes maken in de omgeving. Het Nationaal Park Lauwersoog ligt direct naast de Waddenzee (Unesco werelderfgoed) waar je kunt wadlopen, kanovaren of zeehonden spotten. Ook kun je vanuit Lauwersoog met de boot een dagje naar Schiermonnikoog om bijvoorbeeld een mooie fietstocht te maken.

GROF VOEREN
Grof voeren is op het Lauwersmeer vaak de sleutel tot succes – zeker in de warmere maanden. De stek wordt doorgaans opgestart met vijf tot tien tot de rand toe gevulde XXL-formaat voerkorven. Vervolgens kun je de stek met een kleiner voerkorfje (bomvol maden en geknipte wormen) onderhouden. Vallen de aanbeten weg? Dan heb je te weinig voer en aas gebracht. Als de vis goed los is, kun je het beste met korte tussenpozen flink wat voer en aas brengen in een lekker grote korf.

‘Voer met XXL-korven, vis met een kleiner voerkorfje’

VAN ZOUT NAAR ZOET
In vroeger tijden was de Lauwerszee onderdeel van de Waddenzee en hadden eb en vloed hier vrij spel. Na de Watersnoodramp van 1953 werd deze zeearm uit angst voor overstromingen in 1969 afgesloten met een dam. In eerste instantie leidde de transformatie van de zoute Lauwerszee naar het zoete Lauwersmeer tot een doods geheel. Maar vervolgens ontwikkelde het gebied zich tot een prachtig afwisselend landschap met een bijzondere (en soms zeldzame) flora en fauna. Ook onder water: voorns, brasems, windes en karpers zwommen massaal het Lauwersmeer op. De combinatie van grote ondieptes, weidse rietkragen, talrijke schuilplaatsen, een prima waterkwaliteit en een overvloed aan voedsel (dankzij de invloed van het brakke water) zorgt voor een optimaal leefgebied voor vissen. Dit geweldige visbestand is inmiddels bekend bij sportvissers in binnen- en buitenland.

Het project Vissen voor Verbinding en deze brochure zijn mede mogelijk gemaakt door een bijdrage uit het Waddenfonds

NIEUWE BROCHURE

Eind 2023 is de nieuwe brochure ‘Het Lauwersmeer – dé sportvisbestemming van het noorden’ uitgebracht. Deze full color uitgave in A5-formaat telt 16 pagina’s en is zowel in het Nederland als Duits beschikbaar. In de brochure – bedoeld om sportvissers te inspireren en op weg te helpen – vertellen lokale experts hun beste vistips voor de roof-, wit- en vliegvisserij op het meer. Ook zit er een kaart in de folder, waarop je in één oogopslag onder andere de visstekken, vissteigers, visgidsen en accommodaties ziet. De printversie heeft een oplage van 15.000 stuks en komt te liggen bij accommodaties, hengelsportzaken en visgidsen rond dit unieke water, maar ook als hand-out op Duitse hengelsportbeurzen. Benieuwd naar de online PDF-versie van de brochure en meer weten over het unieke, achterliggende project Vissen voor Verbinding? Ga dan naar www.vissenvoorverbinding.nl

>> SIMPELE MONTAGE

Zelfs de feeder-experts gebruiken op dit water steevast een eenvoudige standaardmontage. Je hoeft immers geen extreem verre worpen te maken en er staat nagenoeg geen stroming. Het mag allemaal wél een tikje dikker qua onderlijn en haak. Zeker de aanbeten van grote windes zijn keihard en de conditie van de Lauwersmeervissen is ongekend goed. Een 16/00 nylon onderlijn en een haak maat 14 of 12 wordt veel gebruikt. Is de vis goed los, dan kun je gerust voor een 18/00 nylon onderlijn en een haak maat 10 kiezen. Om de ietwat grove aaspresentatie enigszins te compenseren, laat ik de wartel tussen hoofd- en onderlijn weg. Het systeem wordt simpelweg gevormd door een lus van zo’n 15 centimeter aan het einde van de hoofdlijn. Bij het maken van de lus leg ik twee knoopjes die een centimeter uit elkaar liggen. Tussen deze knoopjes monteer ik de onderlijn (gestropt) en onderin de lus wordt de voerkorf bevestigd. Het ontbreken van een wartel maakt deze montage ongeschikt om met een aantal maden op de haak te vissen – dat gaat roteren bij het binnendraaien en komt in de knoop te zitten. Kies daarom voor wormen of een maïskorrel als haakaas.

LEKKERE
TREK

Voor de lekkere trek zijn er twee toevoegingen aan het lokvoer die op het Lauwersmeer erg goed werken: maïs uit blik en gekookt hennepzaad (niet gemalen!). Ook hier geldt weer dat je niet te zuinig moet zijn als de vis goed los is. In dat geval voeg ik zo’n 10% tot zelfs 20% geweekte en daarna gekookte hennep aan mijn basisvoer toe. Per kilo droog voer mag je gerust de inhoud van een 400 ml blik maïs toevoegen als je de stek in het begin opstart. Het mooie van ingrediënten zoals maïs en hennep is dat ze goed op de bodem blijven liggen en je stek compact houden. Voldoende voer brengen op een zo klein mogelijke voerstek is op dit grote water een belangrijk detail.

‘Pak voor de brasem wormen, maden of een combi hiervan.’

HAAKAAS
Als haakaas zijn wormen en maden – of een cocktail hiervan – prima, aangezien de vangst voornamelijk uit brasem zal bestaan. Het Lauwersmeer staat echter ook bekend om zijn vele grote windes. Vissen van rond de 40 centimeter komen in grote scholen voor. Wil je daar enigszins gericht op vissen? Laat dan in het basisvoer de wormen achterwege en verhoog het aandeel zoete maïs en hennep. Op de haak zijn (zwevende) maden of een korrel zoete mais duidelijk favoriet bij de winde.

‘Met een medium feederhengel zet je grote en goed gevulde korven ver genoeg weg’

HENGELKEUZE
Werp je voor het eerst een blik over het weidse Lauwersmeer, dan krijg je waarschijnlijk het gevoel dat je de vis op grote afstand moet zoeken. Het tegendeel is echter waar: werpafstanden van 20 tot 35 meter zijn doorgaans voldoende. De feederhengel is dan ook het aangewezen gereedschap – al kun je op bepaalde plekken ook met de vaste hengel goed uit de voeten. LICHT Aangezien je op de meeste kantstekken relatief ondiep water voor je neus hebt (tot hooguit twee meter diep), er geen stroming staat en je altijd wel een plekje uit de wind kunt vinden, voldoet een lichte feederhengel. Vooral in de vroege ochtend en tegen de avond komen scholen brasem onder de kant om op kniediep water op muggenlarven te azen. Sta niet gek te kijken als je dan talrijke, puntige brasemstaarten net boven het wateroppervlak ziet wuiven. In die specifieke situatie werkt een klein wormpje als haakaas extra goed.

MEDIUM
Wil je echter het maximale uit je visdag halen en écht eens meemaken wat het Lauwersmeer te bieden heeft? Kies dan voor een medium feederhengel. Die kan een flink gevulde XXL-voerkorf prima wegzetten, wat de vangsten op dit water veelal significant verbetert. Je wilt de grote scholen brasems van fors formaat immers naar je voerplek lokken en daar ook vasthouden. De hoeveelheid voer kan daarom van doorslaggevend belang zijn. Het gros van de feedervissers kiest dan ook voor een feederhengel van 3.60 meter lengte met een werpgewicht van 50 à 60 gram.

>> SIMPEL EN ZWAAR
Qua type voer hoef je niet moeilijk te doen: een eenvoudig, zwaar basisvoer is prima. Het gaat erom dat er voldoende voer op de stek ligt, niet dat je een hightech voermix gebruikt. Let erop dat je geen lichtgewicht voer in de korf doet. De grove witvis van het Lauwersmeer kan een voerstek namelijk behoorlijk omwoelen. Licht voer dat allerlei zwevende deeltjes bevat zal zich over een te groot oppervlakte verspreiden, waardoor de vis dat ook zal doen. Die gaan boven de bodem azen en in een groter gebied zoeken. Het effect is dat je lijnzwemmers krijgt en je de vis niet op de stek weet vast te houden.

TEKST: HERWIN KWINT > FOTOGRAFIE: SANDER BOER

Het Lauwersmeer is een uniek water: er zwemt veel en vooral ook grote witvis. Aan deze binnenzee maakt iedere sportvisser goede kans om zijn persoonlijke record brasem, winde of voorn te verbeteren. Het mooie is dat dit het hele jaar door kan en de trukendoos daarvoor vaak niet eens volledig open hoeft. Herwin Kwint wijst je de weg naar een grandioze visdag in dit Nationaal Park.

witvisparadijs

Het Lauwersmeer

Het project Vissen voor Verbinding en deze brochure zijn mede mogelijk gemaakt door een bijdrage uit het Waddenfonds

NIEUWE BROCHURE

Eind 2023 is de nieuwe brochure ‘Het Lauwersmeer – dé sportvisbestemming van het noorden’ uitgebracht. Deze full color uitgave in A5-formaat telt 16 pagina’s en is zowel in het Nederland als Duits beschikbaar. In de brochure – bedoeld om sportvissers te inspireren en op weg te helpen – vertellen lokale experts hun beste vistips voor de roof-, wit- en vliegvisserij op het meer. Ook zit er een kaart in de folder, waarop je in één oogopslag onder andere de visstekken, vissteigers, visgidsen en accommodaties ziet. De printversie heeft een oplage van 15.000 stuks en komt te liggen bij accommodaties, hengelsportzaken en visgidsen rond dit unieke water, maar ook als hand-out op Duitse hengelsportbeurzen. Benieuwd naar de online PDF-versie van de brochure en meer weten over het unieke, achterliggende project Vissen voor Verbinding? Ga dan naar www.vissenvoorverbinding.nl

stekkeuze

Het Lauwersmeer is groot, maar geen moeilijk water. Voor een succesvolle visdag is vooral de stekkeuze belangrijk. Om je op weg te helpen bespreken we in dit kader een aantal stekken en de beste tactiek ter plaatse. Check voor meer informatie ook de brochure ‘Het Lauwersmeer – dé sportvisbestemming van het noorden’ met daarin een plattegrond waarop de visstekken duidelijk staan gemarkeerd. >

> DOKKUMERDIEP EN ZOUTKAMPERRIL
In het vroege voorjaar (maart/april) verzamelt de brasem zich massaal in het Dokkumerdiep en de Zoutkamperril – twee grote kanalen die vanuit de provincies Groningen en Friesland uitmonden aan de zuid- en oostzijde van het Lauwersmeer. Deze twee ‘uitlopers’ zijn zo’n 50 tot 60 meter breed, waarbij het talud op zo’n 20 à 25 meter uit de oever ligt. Aan het Dokkumerdiep vind je verschillende betonnen visplateaus en een ruime mindervaliden vissteiger (brochure: pag. 5, stek nr. 5). De stekken zijn bereikbaar via een fietspad, de auto dient geparkeerd te worden op de parkeerplaats aan het Slenkpad. Een tweede topstek in het voorjaar vind je bij de Zoutkamperril. Daar is eveneens een ruime, goed toegankelijke vissteiger aangelegd (brochure: pag. 5, stek nr. 9). Wanneer je vanuit Zoutkamp op de Strandweg rijdt, dan zie je dat er langs de oevers van de Zoutkamperril meerdere mooie stekken liggen die in het vroege voorjaar flink vis kunnen opleveren.
>> VLINDERBALG
Halverwege de oostzijde van het Lauwersmeer vind je de vissteiger aan de Vlinderbalg (brochure: pag. 5, stek nr. 8). Vanaf deze steiger heb je een fantastisch weids uitzicht op het water en is de kans groot dat je een zeearend voorbij ziet vliegen – de observatietoren waar veel vogelliefhebbers gebruik van maken staat hier niet voor niets in de buurt. De optimale werpafstand vanaf deze steiger bedraagt 20 tot 40 meter. Dan vis je in water van hooguit 1,5 meter diep. Vergeet niet om in de vroege ochtend en avonduren dichtbij te vissen, ook al staat er in de oeverzone maar 50 centimeter water.

>> SUYDEROOGH (NIEUW ROBBENGAT)
Aan het einde van De Rug – zo’n 100 meter voorbij het Landal vakantiepark Suyderoogh – vind je prachtige stekken, waaronder vijf grote betonnen visplateaus (brochure: pag. 5, stek nr. 7). Vanaf april tot diep in het najaar mag je de vis op deze stekken op zo’n 20 tot 35 meter uit de kant verwachten. Ook met een straffe zuidwestenwind zijn hier nog plekken te vinden waar je lekker in de luwte zit. De auto kun je kwijt op de parkeerplaatsen aan het einde van de weg De Rug.

>> PAVILJOEN MEERZICHT
Rondom het paviljoen Meerzicht kun je tenslotte ook mooi vissen bij de zwemstranden. Het spreekt voor zich dat hier in het zomerseizoen de nodige dagrecreatie plaatsvindt. Doordat zwemmers de bodem omwoelen, komt hier in de vroege ochtend- en late avonduren veel vis azen – zelfs tot kort onder de kant. Ook in het voor- en najaar zijn hier zeer goede vangsten mogelijk, zeker wanneer de zuidwestenwind lekker op de mooie, vlakke grasoever staat te blazen! Net zoals elders kun je de vis op afstanden van 20 tot 40 meter en hooguit twee meter diep water verwachten.

>> GEMAAL NIEUW ROBBENGAT
Aan de oostzijde van het Suyderoogh vind je het gemaal Nieuw Robbengat. Daarnaast is een mindervaliden steiger aanwezig. Rondom het gemaal kun je vanaf de oever prima feedervissen. Verre worpen zijn niet nodig, want dichtbij het gemaal is het water al drie tot vier meter diep.

Suyderoogh
(Nieuw Robbengat)

VIS- EN VAKANTIEBESTEMMING
De natuur in en rond het Lauwersmeer is zo bijzonder dat het gebied sinds 2003 een officieel Nationaal Park is. En het mooie is: sportvissers zijn hier welkom! Met de VISpas mag je vissen op deze unieke lap van pakweg 2.000 hectare water. Vanaf de kant is het Lauwersmeer soms moeilijk te bereiken omdat een groot gedeelte van de oeverzone niet publiek toegankelijk is om de natuur met rust te laten. Gelukkig zijn voor sportvissers talrijke faciliteiten aangelegd – zoals visplateaus en (mindervalide) vissteigers – en kom je met een waadpak ook een heel eind. Vanuit heel Nederland komen sportvissers naar het Lauwersmeergebied om hun geluk te beproeven. Die kunnen, met hun gezin of vismaten, terecht in de vakantieparken in en rondom het park, waar je omringd bent door visrijk water en een unieke natuur. Ook kun je van daaruit prima uitstapjes maken in de omgeving. Het Nationaal Park Lauwersoog ligt direct naast de Waddenzee (Unesco werelderfgoed) waar je kunt wadlopen, kanovaren of zeehonden spotten. Ook kun je vanuit Lauwersoog met de boot een dagje naar Schiermonnikoog om bijvoorbeeld een mooie fietstocht te maken.

GROF VOEREN
Grof voeren is op het Lauwersmeer vaak de sleutel tot succes – zeker in de warmere maanden. De stek wordt doorgaans opgestart met vijf tot tien tot de rand toe gevulde XXL-formaat voerkorven. Vervolgens kun je de stek met een kleiner voerkorfje (bomvol maden en geknipte wormen) onderhouden. Vallen de aanbeten weg? Dan heb je te weinig voer en aas gebracht. Als de vis goed los is, kun je het beste met korte tussenpozen flink wat voer en aas brengen in een lekker grote korf.

‘Voer met XXL-korven, vis met een kleiner voerkorfje’

VAN ZOUT NAAR ZOET
In vroeger tijden was de Lauwerszee onderdeel van de Waddenzee en hadden eb en vloed hier vrij spel. Na de Watersnoodramp van 1953 werd deze zeearm uit angst voor overstromingen in 1969 afgesloten met een dam. In eerste instantie leidde de transformatie van de zoute Lauwerszee naar het zoete Lauwersmeer tot een doods geheel. Maar vervolgens ontwikkelde het gebied zich tot een prachtig afwisselend landschap met een bijzondere (en soms zeldzame) flora en fauna. Ook onder water: voorns, brasems, windes en karpers zwommen massaal het Lauwersmeer op. De combinatie van grote ondieptes, weidse rietkragen, talrijke schuilplaatsen, een prima waterkwaliteit en een overvloed aan voedsel (dankzij de invloed van het brakke water) zorgt voor een optimaal leefgebied voor vissen. Dit geweldige visbestand is inmiddels bekend bij sportvissers in binnen- en buitenland.

>> SIMPELE MONTAGE

Zelfs de feeder-experts gebruiken op dit water steevast een eenvoudige standaardmontage. Je hoeft immers geen extreem verre worpen te maken en er staat nagenoeg geen stroming. Het mag allemaal wél een tikje dikker qua onderlijn en haak. Zeker de aanbeten van grote windes zijn keihard en de conditie van de Lauwersmeervissen is ongekend goed. Een 16/00 nylon onderlijn en een haak maat 14 of 12 wordt veel gebruikt. Is de vis goed los, dan kun je gerust voor een 18/00 nylon onderlijn en een haak maat 10 kiezen. Om de ietwat grove aaspresentatie enigszins te compenseren, laat ik de wartel tussen hoofd- en onderlijn weg. Het systeem wordt simpelweg gevormd door een lus van zo’n 15 centimeter aan het einde van de hoofdlijn. Bij het maken van de lus leg ik twee knoopjes die een centimeter uit elkaar liggen. Tussen deze knoopjes monteer ik de onderlijn (gestropt) en onderin de lus wordt de voerkorf bevestigd. Het ontbreken van een wartel maakt deze montage ongeschikt om met een aantal maden op de haak te vissen – dat gaat roteren bij het binnendraaien en komt in de knoop te zitten. Kies daarom voor wormen of een maïskorrel als haakaas.

‘Pak voor de brasem wormen, maden of een combi hiervan.’

HAAKAAS
Als haakaas zijn wormen en maden – of een cocktail hiervan – prima, aangezien de vangst voornamelijk uit brasem zal bestaan. Het Lauwersmeer staat echter ook bekend om zijn vele grote windes. Vissen van rond de 40 centimeter komen in grote scholen voor. Wil je daar enigszins gericht op vissen? Laat dan in het basisvoer de wormen achterwege en verhoog het aandeel zoete maïs en hennep. Op de haak zijn (zwevende) maden of een korrel zoete mais duidelijk favoriet bij de winde.

LEKKERE
TREK

Voor de lekkere trek zijn er twee toevoegingen aan het lokvoer die op het Lauwersmeer erg goed werken: maïs uit blik en gekookt hennepzaad (niet gemalen!). Ook hier geldt weer dat je niet te zuinig moet zijn als de vis goed los is. In dat geval voeg ik zo’n 10% tot zelfs 20% geweekte en daarna gekookte hennep aan mijn basisvoer toe. Per kilo droog voer mag je gerust de inhoud van een 400 ml blik maïs toevoegen als je de stek in het begin opstart. Het mooie van ingrediënten zoals maïs en hennep is dat ze goed op de bodem blijven liggen en je stek compact houden. Voldoende voer brengen op een zo klein mogelijke voerstek is op dit grote water een belangrijk detail.

‘Met een medium feederhengel zet je grote en goed gevulde korven ver genoeg weg’

HENGELKEUZE
Werp je voor het eerst een blik over het weidse Lauwersmeer, dan krijg je waarschijnlijk het gevoel dat je de vis op grote afstand moet zoeken. Het tegendeel is echter waar: werpafstanden van 20 tot 35 meter zijn doorgaans voldoende. De feederhengel is dan ook het aangewezen gereedschap – al kun je op bepaalde plekken ook met de vaste hengel goed uit de voeten. LICHT Aangezien je op de meeste kantstekken relatief ondiep water voor je neus hebt (tot hooguit twee meter diep), er geen stroming staat en je altijd wel een plekje uit de wind kunt vinden, voldoet een lichte feederhengel. Vooral in de vroege ochtend en tegen de avond komen scholen brasem onder de kant om op kniediep water op muggenlarven te azen. Sta niet gek te kijken als je dan talrijke, puntige brasemstaarten net boven het wateroppervlak ziet wuiven. In die specifieke situatie werkt een klein wormpje als haakaas extra goed.

MEDIUM
Wil je echter het maximale uit je visdag halen en écht eens meemaken wat het Lauwersmeer te bieden heeft? Kies dan voor een medium feederhengel. Die kan een flink gevulde XXL-voerkorf prima wegzetten, wat de vangsten op dit water veelal significant verbetert. Je wilt de grote scholen brasems van fors formaat immers naar je voerplek lokken en daar ook vasthouden. De hoeveelheid voer kan daarom van doorslaggevend belang zijn. Het gros van de feedervissers kiest dan ook voor een feederhengel van 3.60 meter lengte met een werpgewicht van 50 à 60 gram.

>> SIMPEL EN ZWAAR
Qua type voer hoef je niet moeilijk te doen: een eenvoudig, zwaar basisvoer is prima. Het gaat erom dat er voldoende voer op de stek ligt, niet dat je een hightech voermix gebruikt. Let erop dat je geen lichtgewicht voer in de korf doet. De grove witvis van het Lauwersmeer kan een voerstek namelijk behoorlijk omwoelen. Licht voer dat allerlei zwevende deeltjes bevat zal zich over een te groot oppervlakte verspreiden, waardoor de vis dat ook zal doen. Die gaan boven de bodem azen en in een groter gebied zoeken. Het effect is dat je lijnzwemmers krijgt en je de vis niet op de stek weet vast te houden.

Sportvisserij Nederland

Hét VISblad online magazine
Volledig scherm