STILSTAND IS VOORUITGANG

TEKST: JORAN BAL > FOTOGRAFIE: SANDER BOER

Haastige spoed is zelden goed. Dit bekende gezegde is soms ook van toepassing op de baarsvisserij. Er zijn namelijk dagen dat het kunstaas een flink stuk langzamer moet worden gepresenteerd om Perca fluviatilis tot een aanbeet te verleiden. In dit artikel gaan we dieper in op een slow motion presentatie.

De Carolina rig kun je ook binnenhalen met de hengel in het verlengde van de uitstaande lijn gepositioneerd (zo heeft de wind minder vat op de presentatie). Vis het kunstaas simpelweg binnen middels een draai aan de molenslinger gevolgd door een pauze. De slappe lijn kun je laten voor wat die is: een aanbeet is overduidelijk zichtbaar en zelfs voelbaar.

De Ned rig is ook een interessante optie om het wat langzamer aan te doen. De combinatie van een drijvende softbait en een platte jigkop zorgt ervoor dat het kunstaas mooi rechtop op de bodem gaat staan. Dit imiteert een azend aasvisje of een kreeftje in de aanvalshouding. Die blijven allebei vaak wat langer op dezelfde plek aanwezig, dus pas je tempo hier op aan. Werp het kunstaas naar een plek waar je de vis verwacht. Laat dit naar de bodem zakken en draai vervolgens de lijn strak. In plaats van direct een tik te geven, wacht je even rustig af. Hooguit wiebel je iets met de hengeltop heen en weer om de softbait een klein beetje actie (trillingen) mee te geven. Na een seconde of tien – desgewenst langer – tik je het kunstaas op en draai je met een paar slagen de lijn weer strak. Door dit telkens te herhalen (speel daarbij desgewenst iets met de tussenpozen) vis je met kleine sprongetjes een hotspot secuur af. Bij deze swim & glide techniek kun je aanbeten krijgen als het kunstaas in beweging is (het moment van vertrekken bij het optikken, of tijdens de fase dat de softbait weer naar de bodem zakt). Maar de roofvis kan juist ook tijdens de ‘pauze’ toehappen. Dat zijn soms meer frommelige aanbeten dan keiharde beuken. Tenslotte geldt ook bij deze techniek dat niet één manier zaligmakend is. Het kan zijn dat twitchen, hele kleine sprongetjes maken, traditioneel jiggen of de Ned rig over de bodem laten schuiven vis opleveren. Probeer en varieer; dat is vaak de sleutel tot succes.

SWIM & GLIDE

Een andere middenweg tussen snel en langzaam vissen is de ‘stop & go’ techniek. Dit houdt in dat je tijdens het op één tempo binnendraaien af en toe pauzes inlast. Omdat het kunstaas dan letterlijk stilstaat, verdient het de aanbeveling om voor een variant te kiezen die op dat moment ook nog de interesse wekt van de roofvis. Dus liever een kreeftimitatie dan een shad. Kreeftjes zijn gemaakt van zacht en soepel materiaal, zodat de scharen, pootjes en andere uitsteeksels ook bij een passieve presentatie voor de nodige trillingen zorgen. Laat deze met korte, vinnige sprongetjes over de bodem huppelen of sleep hem daar simpelweg overheen. Waar je ook voor kiest, las in ieder geval vrij lange pauzes in (zeker vijftien seconden). Dit zodat het lijkt alsof het kreeftje tijdens de vlucht even op adem komt. Bevestig het kunstaas zodanig dat de soft plastic in rust met zijn scharen omhoog wijst (kies voor een jigkop waarbij de haak naar boven wijst en/of een drijvende softbait). Deze afwerende houding triggert roofvissen om toe te slaan. Zorg er tenslotte voor dat de lijn tijdens de rustfase gestrekt is, anders mis je aanbeten.

STOP & GO

IN TEGENSTELLING TOT DE REST VAN HET JAAR MAG HET ’S WINTERS BEST EEN PAAR TANDJES LANGZAMER: HET WATER IS KOUD EN DAARDOOR ZIJN DE ROVERS PASSIEVER

Een rivierplas in de winter, een jaar of wat geleden. Samen met een vismaat was ik op pad om te proberen een mooie baars te vangen. Het water in kwestie kenden we vrij aardig, dus de kansrijke stekken stonden in ons geheugen gegraveerd. Na drie spots te hebben bevist, stond de teller echter nog steeds op nul. Dit terwijl we toch een aardig arsenaal aan kunstaas de revue hadden laten passeren. Op de vierde stek besloot ik het over een andere boeg te gooien en voor de Ned rig te kiezen. De combinatie van een drijvende softbait en een platte jigkop die je tergend langzaam kunt vissen, bleek een schot in de roos. Waar shads en pluggen werden genegeerd, kreeg ik een doffe tik op een worm imitatie die verticaal en vrijwel stil op de bodem stond. Een beste baars was het resultaat van deze afwijkende aanpak.

EVEN RUSTIG WENNEN
Nadien heb ik hetzelfde vaker ervaren. Op dagen dat in een regulier tempo gevist kunstaas geen zoden aan de dijk zet, kan slow motion uitkomst bieden. De vis is dan net wat minder happig en heeft wat meer tijd nodig om het kunstaas te vinden, te inspecteren en – in het gunstige geval – toe te slaan. Het kost wellicht wat tijd en moeite om je aan te passen aan deze techniek: als kunstaasvisser is het prettig om de top van je hengel te zien bewegen en je hard- of softbait te voelen vibreren. Dan ‘werkt’ het kunstaas en maak je kans op een aanbeet. Dat kunstaas in stilstand ook roofvis over de streep kan trekken, is even wennen. Voor je gevoel gebeurt er niets en sta je als het ware te wachten op een bus die niet komt. Laat je echter niet op het verkeerde been zetten. Juist temporisering met een rustmoment kan wonderen doen. Het mooie is dat je verschillende typen kunstaas (ook) in slow motion kunt vissen. Op de volgende pagina’s lichten we een aantal daarvan nader toe.

Het klinkt wellicht wat gek gezien de strekking van dit artikel, maar we beginnen met een disclaimer: langzamer vissen betekent niet per se dat alles in slow motion moet. Je kunt iedere inzet ook korte, of wat langere, pauzes inlassen om de vaart er enigszins uit te halen. Bij het jiggend vissen met een shad bijvoorbeeld. In plaats van nadat deze op de bodem is geploft direct te beginnen met draaien, wacht je even. Geef de vis grofweg een seconde of tien de tijd om eens te inspecteren wat er zojuist met een verleidelijk stofwolkje bij hem in de buurt landde. Als je niet midden in een school baars terechtkomt, kan het lonen om eerst even te pauzeren voordat je het kunstaas in beweging brengt. Vervolgens kan snelheid overigens wel degelijk een trigger zijn – ook ’s winters, als het water koud en de baars trager is. Het gebeurt regelmatig dat de eerste of tweede keer van de bodem optikken al resulteert in een aanbeet. Is dit niet het geval, dan zijn er dagen dat je ondanks heel secuur en langzaam vissen geen tik meer krijgt. In dat geval kan agressiever vissen met een lichtere jigkop dan gebruikelijk soms uitkomst bieden.

DISCLAIMER

‘langzamer vissen betekent niet dat echt alles in slow motion moet – ook een pauze kan de vaart er al iets  uithalen’

Waar een normale plug de roofvis tot een aanval verleidt door zijn actie tijdens het binnendraaien, doet een twitchbait dit juist op het moment dat deze stilvalt. Het inlassen van pauzes is daarom essentieel. Na de plug met een paar felle slagen van de molen op diepte te hebben gebracht, geef je vanuit de pols een paar tikken met de hengeltop (twitchen) om vervolgens even niets te doen. Je draait zelfs geen lijn binnen. Sterker nog: je beweegt de hengeltop, die iets zijwaarts en schuin naar beneden wijst, weer wat terug naar de startpositie. Dit zodat de spanning van de lijn valt en de plug alle vrijheid heeft om zo wijd mogelijk uit te slaan. Aangezien heel veel twitchbaits suspending (zwevend) zijn blijft dit type kunstaas in het water ‘hangen’. Dit maakt dat je het zeer langzaam kunt vissen. Zeker in de winter mogen de pauzes best vijf tot tien seconden duren. Al die tijd bevindt de plug zich in de strike zone, wat roofvis vaak doet besluiten om (toch) aan te vallen. Om aanbeten op te kunnen merken is het wel belangrijk dat je na de start van het pauzemoment geleidelijk weer contact zoekt met de twitchbait – houd daarom ook de hoofdlijn goed in de smiezen. Het kost even tijd om het twitchen in de vingers te krijgen, maar de onvoorspelbare actie (varieer in het geven van tikken: één of meerdere, korte dan wel lange) in combinatie met ‘dode’ momenten is vaak bijzonder doeltreffend.

TWITCHEN

ILLUSTRATIE: EMIEL VAN DIJK

Wie langzaam vissen zegt, zegt haast automatisch de Carolina rig. Deze techniek is bij uitstek geschikt om softbaits tergend langzaam over de bodem binnen te vissen. Twee minuten om veertig meter lijn binnen te draaien is niets bijzonders. Dat lijkt super traag, maar veel kunstaasvissers staan er niet bij stil hoeveel lijn een slag van de molenslinger pakt – vaak vis je de softbait sneller binnen dan je denkt. Ook bij deze techniek geldt evenwel dat niets in beton is gegoten. Zo kun je een kreeft-imitatie met kleine sprongetjes veertig centimeter verplaatsen, om deze daarna tien seconden stil te laten liggen. Daarentegen kan de kreeft met een snelle slag van de slinger ook de dubbele afstand ‘vluchten’. Wat het meest effectief is kan per water, per stek en zelfs per uur verschillen. Bedenk ook dat kleine details soms de doorslag kunnen geven. Waar zogenaamde creature baits vaak de standaard zijn op de C-rig (kreeft-imitaties zijn erg populair), kunnen ook rubber wormen en shads vis opleveren. En als het binnenhalen met horten en stoten verloopt – vanwege plantenresten of veel structuur op de bodem – dan kan een lager werpgewicht of de switch naar een drijvende softbait (die langzaam zinkt op het gewicht van de haak) wonderen verrichten. Zelfs de actie van de hengeltop kan de aaspresentatie beïnvloeden. Een gevoelige, flexibele top kan als een pijl en boog fungeren: blijft het tungsten werpgewicht achter een kiezel haken, dan kromt de hengeltop zich en schiet het gewicht naar voren. Soms schrikt dat eerder af, dan dat het baars aanlokt.

DETAILNIVEAU

TEKST: JORAN BAL > FOTOGRAFIE: SANDER BOER

Haastige spoed is zelden goed. Dit bekende gezegde is soms ook van toepassing op de baarsvisserij. Er zijn namelijk dagen dat het kunstaas een flink stuk langzamer moet worden gepresenteerd om Perca fluviatilis tot een aanbeet te verleiden. In dit artikel gaan we dieper in op een slow motion presentatie.

STILSTAND IS VOORUITGANG

De Carolina rig kun je ook binnenhalen met de hengel in het verlengde van de uitstaande lijn gepositioneerd (zo heeft de wind minder vat op de presentatie). Vis het kunstaas simpelweg binnen middels een draai aan de molenslinger gevolgd door een pauze. De slappe lijn kun je laten voor wat die is: een aanbeet is overduidelijk zichtbaar en zelfs voelbaar.

ILLUSTRATIE: EMIEL VAN DIJK

Wie langzaam vissen zegt, zegt haast automatisch de Carolina rig. Deze techniek is bij uitstek geschikt om softbaits tergend langzaam over de bodem binnen te vissen. Twee minuten om veertig meter lijn binnen te draaien is niets bijzonders. Dat lijkt super traag, maar veel kunstaasvissers staan er niet bij stil hoeveel lijn een slag van de molenslinger pakt – vaak vis je de softbait sneller binnen dan je denkt. Ook bij deze techniek geldt evenwel dat niets in beton is gegoten. Zo kun je een kreeft-imitatie met kleine sprongetjes veertig centimeter verplaatsen, om deze daarna tien seconden stil te laten liggen. Daarentegen kan de kreeft met een snelle slag van de slinger ook de dubbele afstand ‘vluchten’. Wat het meest effectief is kan per water, per stek en zelfs per uur verschillen. Bedenk ook dat kleine details soms de doorslag kunnen geven. Waar zogenaamde creature baits vaak de standaard zijn op de C-rig (kreeft-imitaties zijn erg populair), kunnen ook rubber wormen en shads vis opleveren. En als het binnenhalen met horten en stoten verloopt – vanwege plantenresten of veel structuur op de bodem – dan kan een lager werpgewicht of de switch naar een drijvende softbait (die langzaam zinkt op het gewicht van de haak) wonderen verrichten. Zelfs de actie van de hengeltop kan de aaspresentatie beïnvloeden. Een gevoelige, flexibele top kan als een pijl en boog fungeren: blijft het tungsten werpgewicht achter een kiezel haken, dan kromt de hengeltop zich en schiet het gewicht naar voren. Soms schrikt dat eerder af, dan dat het baars aanlokt.

DETAILNIVEAU

De Ned rig is ook een interessante optie om het wat langzamer aan te doen. De combinatie van een drijvende softbait en een platte jigkop zorgt ervoor dat het kunstaas mooi rechtop op de bodem gaat staan. Dit imiteert een azend aasvisje of een kreeftje in de aanvalshouding. Die blijven allebei vaak wat langer op dezelfde plek aanwezig, dus pas je tempo hier op aan. Werp het kunstaas naar een plek waar je de vis verwacht. Laat dit naar de bodem zakken en draai vervolgens de lijn strak. In plaats van direct een tik te geven, wacht je even rustig af. Hooguit wiebel je iets met de hengeltop heen en weer om de softbait een klein beetje actie (trillingen) mee te geven. Na een seconde of tien – desgewenst langer – tik je het kunstaas op en draai je met een paar slagen de lijn weer strak. Door dit telkens te herhalen (speel daarbij desgewenst iets met de tussenpozen) vis je met kleine sprongetjes een hotspot secuur af. Bij deze swim & glide techniek kun je aanbeten krijgen als het kunstaas in beweging is (het moment van vertrekken bij het optikken, of tijdens de fase dat de softbait weer naar de bodem zakt). Maar de roofvis kan juist ook tijdens de ‘pauze’ toehappen. Dat zijn soms meer frommelige aanbeten dan keiharde beuken. Tenslotte geldt ook bij deze techniek dat niet één manier zaligmakend is. Het kan zijn dat twitchen, hele kleine sprongetjes maken, traditioneel jiggen of de Ned rig over de bodem laten schuiven vis opleveren. Probeer en varieer; dat is vaak de sleutel tot succes.

SWIM & GLIDE

Een andere middenweg tussen snel en langzaam vissen is de ‘stop & go’ techniek. Dit houdt in dat je tijdens het op één tempo binnendraaien af en toe pauzes inlast. Omdat het kunstaas dan letterlijk stilstaat, verdient het de aanbeveling om voor een variant te kiezen die op dat moment ook nog de interesse wekt van de roofvis. Dus liever een kreeftimitatie dan een shad. Kreeftjes zijn gemaakt van zacht en soepel materiaal, zodat de scharen, pootjes en andere uitsteeksels ook bij een passieve presentatie voor de nodige trillingen zorgen. Laat deze met korte, vinnige sprongetjes over de bodem huppelen of sleep hem daar simpelweg overheen. Waar je ook voor kiest, las in ieder geval vrij lange pauzes in (zeker vijftien seconden). Dit zodat het lijkt alsof het kreeftje tijdens de vlucht even op adem komt. Bevestig het kunstaas zodanig dat de soft plastic in rust met zijn scharen omhoog wijst (kies voor een jigkop waarbij de haak naar boven wijst en/of een drijvende softbait). Deze afwerende houding triggert roofvissen om toe te slaan. Zorg er tenslotte voor dat de lijn tijdens de rustfase gestrekt is, anders mis je aanbeten.

STOP & GO

IN TEGENSTELLING TOT DE REST VAN HET JAAR MAG HET ’S WINTERS BEST EEN PAAR TANDJES LANGZAMER: HET WATER IS KOUD EN DAARDOOR ZIJN DE ROVERS PASSIEVER

Waar een normale plug de roofvis tot een aanval verleidt door zijn actie tijdens het binnendraaien, doet een twitchbait dit juist op het moment dat deze stilvalt. Het inlassen van pauzes is daarom essentieel. Na de plug met een paar felle slagen van de molen op diepte te hebben gebracht, geef je vanuit de pols een paar tikken met de hengeltop (twitchen) om vervolgens even niets te doen. Je draait zelfs geen lijn binnen. Sterker nog: je beweegt de hengeltop, die iets zijwaarts en schuin naar beneden wijst, weer wat terug naar de startpositie. Dit zodat de spanning van de lijn valt en de plug alle vrijheid heeft om zo wijd mogelijk uit te slaan. Aangezien heel veel twitchbaits suspending (zwevend) zijn blijft dit type kunstaas in het water ‘hangen’. Dit maakt dat je het zeer langzaam kunt vissen. Zeker in de winter mogen de pauzes best vijf tot tien seconden duren. Al die tijd bevindt de plug zich in de strike zone, wat roofvis vaak doet besluiten om (toch) aan te vallen. Om aanbeten op te kunnen merken is het wel belangrijk dat je na de start van het pauzemoment geleidelijk weer contact zoekt met de twitchbait – houd daarom ook de hoofdlijn goed in de smiezen. Het kost even tijd om het twitchen in de vingers te krijgen, maar de onvoorspelbare actie (varieer in het geven van tikken: één of meerdere, korte dan wel lange) in combinatie met ‘dode’ momenten is vaak bijzonder doeltreffend.

TWITCHEN

Het klinkt wellicht wat gek gezien de strekking van dit artikel, maar we beginnen met een disclaimer: langzamer vissen betekent niet per se dat alles in slow motion moet. Je kunt iedere inzet ook korte, of wat langere, pauzes inlassen om de vaart er enigszins uit te halen. Bij het jiggend vissen met een shad bijvoorbeeld. In plaats van nadat deze op de bodem is geploft direct te beginnen met draaien, wacht je even. Geef de vis grofweg een seconde of tien de tijd om eens te inspecteren wat er zojuist met een verleidelijk stofwolkje bij hem in de buurt landde. Als je niet midden in een school baars terechtkomt, kan het lonen om eerst even te pauzeren voordat je het kunstaas in beweging brengt. Vervolgens kan snelheid overigens wel degelijk een trigger zijn – ook ’s winters, als het water koud en de baars trager is. Het gebeurt regelmatig dat de eerste of tweede keer van de bodem optikken al resulteert in een aanbeet. Is dit niet het geval, dan zijn er dagen dat je ondanks heel secuur en langzaam vissen geen tik meer krijgt. In dat geval kan agressiever vissen met een lichtere jigkop dan gebruikelijk soms uitkomst bieden.

DISCLAIMER

‘langzamer vissen betekent niet dat echt alles in slow motion moet – ook een pauze kan de vaart er al iets  uithalen’

Een rivierplas in de winter, een jaar of wat geleden. Samen met een vismaat was ik op pad om te proberen een mooie baars te vangen. Het water in kwestie kenden we vrij aardig, dus de kansrijke stekken stonden in ons geheugen gegraveerd. Na drie spots te hebben bevist, stond de teller echter nog steeds op nul. Dit terwijl we toch een aardig arsenaal aan kunstaas de revue hadden laten passeren. Op de vierde stek besloot ik het over een andere boeg te gooien en voor de Ned rig te kiezen. De combinatie van een drijvende softbait en een platte jigkop die je tergend langzaam kunt vissen, bleek een schot in de roos. Waar shads en pluggen werden genegeerd, kreeg ik een doffe tik op een worm imitatie die verticaal en vrijwel stil op de bodem stond. Een beste baars was het resultaat van deze afwijkende aanpak.

EVEN RUSTIG WENNEN
Nadien heb ik hetzelfde vaker ervaren. Op dagen dat in een regulier tempo gevist kunstaas geen zoden aan de dijk zet, kan slow motion uitkomst bieden. De vis is dan net wat minder happig en heeft wat meer tijd nodig om het kunstaas te vinden, te inspecteren en – in het gunstige geval – toe te slaan. Het kost wellicht wat tijd en moeite om je aan te passen aan deze techniek: als kunstaasvisser is het prettig om de top van je hengel te zien bewegen en je hard- of softbait te voelen vibreren. Dan ‘werkt’ het kunstaas en maak je kans op een aanbeet. Dat kunstaas in stilstand ook roofvis over de streep kan trekken, is even wennen. Voor je gevoel gebeurt er niets en sta je als het ware te wachten op een bus die niet komt. Laat je echter niet op het verkeerde been zetten. Juist temporisering met een rustmoment kan wonderen doen. Het mooie is dat je verschillende typen kunstaas (ook) in slow motion kunt vissen. Op de volgende pagina’s lichten we een aantal daarvan nader toe.

Sportvisserij Nederland

Hét VISblad online magazine
Volledig scherm