De keuze is reuze, zeker als je regelmatig uit Japan nieuw kunstaas laat overkomen
Behalve kunstaas importeren Ashwin en Tobias ook nieuwe technieken en montages uit het buitenland.
Bij de Carolina
rig kiest Ashwin voor een plastic kraal in plaats van de standaard glazen kraal. “Dat geeft een doffe, minder harde tik geluid dan gebruikelijk.”
‘aan het eind van de dag kan een kleiner formaat kunstaas nog wel eens een bonusvis opleveren’
‘veel van het in japan ontwikkelde kunstaas werkt ook super voor de hollandse roofvis’
De grote voorliefde voor Japanse makelij uit zich in tal van materialen
VERBINDEND MATERIAAL
De voorliefde voor Japans snoepgoed is de reden dat Tobias en Ashwin elkaar twee jaar geleden leerden kennen. Tot voor kort had Tobias een hengelsportzaak in Leusden waar de rekken vol hingen met mooi kwaliteitsspul – en daar kwam Ashwin automatisch op af. “Het was liefde op het eerste gezicht”, grapt de ex-winkelier. Ze kwamen al snel in gesprek over allerlei speciaal hengelsportmateriaal en tipten elkaar als er weer een Japans nieuwtje werd gelanceerd. Vervolgens werd alles op alles gezet om dit spul naar Nederland te krijgen. “Dan zaten we bijna kwijlend bij de brievenbus op het pakketje te wachten”, zegt Ashwin. Overigens zoeken de vismaten de vernieuwing niet alleen in kunstaas, maar in een brede range hengelsportmateriaal. “Zo kan ik enorm blij worden van een nieuw speldje dat meer bewegingsvrijheid – en dus meer actie – aan het kunstaas geeft. Of van deze geleideogen: die zijn, net als mijn hengel, van carbon gemaakt en geven daarom beter door wat er onder water met het kunstaas gebeurt”, licht Ashwin toe. Zijn verhaal wordt plotseling onderbroken als Tobias uitglijdt over wat slib dat het hoge water heeft achtergelaten. Hij komt in het water terecht, maar gelukkig houden zijn waadpak en jas hem droog en staat hij snel weer te gooien. “Let ik even niet op hem, ligt-ie pardoes in het water”, roept zijn vismaat gekscherend. Tobias bromt dat hij eigenlijk meer een ‘mooi-weer-visser’ is en vraagt zich af waarom hij met dit winterse weer eigenlijk aan het vissen is.
PLOETEREN
Het antwoord is simpel: Ashwin is bloedfanatiek en heeft helemaal geen probleem met deze koude omstandigheden. Hij is degene die zijn vismaat in de koude maanden meetroont naar de waterkant. Daar worden de mooiste Japanse specialiteiten in de speld gehangen, maar de roofvissen lijken vandaag geen trek te hebben.
“Heb je al beet?”, plaagt Ashwin zijn vismaat. “Alleen een frostbite”, antwoord Tobias – meer een man van de korte zomersessies na het avondeten – gevat. Toch vist hij stug door. “Het is nu wat ploeteren, maar de gezelligheid en de gesprekken maken veel goed. We kunnen het echt over van alles hebben, zonder dat we op onze woorden hoeven te letten. Als vismaten kunnen we immers veel van elkaar hebben. Dat is onbetaalbaar en best uniek in een samenleving waar iedereen steeds langere tenen lijkt te hebben”, onderstreept Tobias. Naast de liefde voor mooi en vernieuwend hengelsportmateriaal hebben ze nog meer gemeen. Tobias’ partner heeft net als Ashwin Molukse roots. “Vissen zit echt verankerd in de Molukse cultuur. Lekker lang buiten bezig zijn en daarna samen uitgebreid tafelen om de vangst op te eten.” Na talloze worpen is het voor Tobias op deze stek wel even klaar. Tijd voor een korte pauze. Een kop warme soep stoomt beide mannen klaar voor de laatste etappe.
LAATSTE WORP
Op de laatste spot die ze aandoen peutert Ashwin met een kleine creature bait op een Carolina rig geconcentreerd de stek uit. Ondanks het feit dat hij hier al flink wat worpen heeft gemaakt, geeft hij niet op. “Als iets niet meteen lukt, raak ik niet van slag. In hoe ik mijn visserij benader ben ik misschien wat eigenwijs. Toen ik twee jaar voor de coronapandemie de draad van het vissen weer oppakte – nadat er een tijd de klad in had gezeten – viel het me op dat vissers veel kopieergedrag vertonen. De mainstream en de kudde achterna lopen, daar houd ik niet zo van. Daarom probeer ik steeds nieuwe dingen. Sommige zijn een flop, andere een schot in de roos. Dat laatste geeft veel voldoening.” Hij geniet sowieso van elke sessie, want door zijn drukke baan bij IKEA weet Ashwin nooit wanneer hij weer tijd heeft om naar de waterkant te gaan. Ook nu kan hij maar moeilijk stoppen. “Nog één worp”, belooft hij zijn vismaat die er inmiddels wel klaar mee is. Ashwin trekt de creature bait uiterst langzaam over de bodem en laat deze soms even rusten. Dan ziet hij de hengeltop ietsje bewegen, maar de aanbeet zet in eerste instantie niet door. Zodra een paar seconden later weer een tikje en een frommel volgen, maakt hij direct contact door de lijn strak te draaien en de haak te zetten. Niet veel later kan Tobias een mooie baars voor hem scheppen en strijden blijdschap en opluchting om voorrang bij beide mannen. “Aan het eind van de dag kan het overschakelen naar een kleiner formaat kunstaas nog wel eens een bonusvis opleveren”, sluit Ashwin af met een laatste tip.
VERBINDEND MATERIAAL
De voorliefde voor Japans snoepgoed is de reden dat Tobias en Ashwin elkaar twee jaar geleden leerden kennen. Tot voor kort had Tobias een hengelsportzaak in Leusden waar de rekken vol hingen met mooi kwaliteitsspul – en daar kwam Ashwin automatisch op af. “Het was liefde op het eerste gezicht”, grapt de ex-winkelier. Ze kwamen al snel in gesprek over allerlei speciaal hengelsportmateriaal en tipten elkaar als er weer een Japans nieuwtje werd gelanceerd. Vervolgens werd alles op alles gezet om dit spul naar Nederland te krijgen. “Dan zaten we bijna kwijlend bij de brievenbus op het pakketje te wachten”, zegt Ashwin. Overigens zoeken de vismaten de vernieuwing niet alleen in kunstaas, maar in een brede range hengelsportmateriaal. “Zo kan ik enorm blij worden van een nieuw speldje dat meer bewegingsvrijheid – en dus meer actie – aan het kunstaas geeft. Of van deze geleideogen: die zijn, net als mijn hengel, van carbon gemaakt en geven daarom beter door wat er onder water met het kunstaas gebeurt”, licht Ashwin toe. Zijn verhaal wordt plotseling onderbroken als Tobias uitglijdt over wat slib dat het hoge water heeft achtergelaten. Hij komt in het water terecht, maar gelukkig houden zijn waadpak en jas hem droog en staat hij snel weer te gooien. “Let ik even niet op hem, ligt-ie pardoes in het water”, roept zijn vismaat gekscherend. Tobias bromt dat hij eigenlijk meer een ‘mooi-weer-visser’ is en vraagt zich af waarom hij met dit winterse weer eigenlijk aan het vissen is.
PLOETEREN
Het antwoord is simpel: Ashwin is bloedfanatiek en heeft helemaal geen probleem met deze koude omstandigheden. Hij is degene die zijn vismaat in de koude maanden meetroont naar de waterkant. Daar worden de mooiste Japanse specialiteiten in de speld gehangen, maar de roofvissen lijken vandaag geen trek te hebben. “Heb je al beet?”, plaagt Ashwin zijn vismaat. “Alleen een frostbite”, antwoord Tobias – meer een man van de korte zomersessies na het avondeten – gevat. Toch vist hij stug door. “Het is nu wat ploeteren, maar de gezelligheid en de gesprekken maken veel goed. We kunnen het echt over van alles hebben, zonder dat we op onze woorden hoeven te letten. Als vismaten kunnen we immers veel van elkaar hebben. Dat is onbetaalbaar en best uniek in een samenleving waar iedereen steeds langere tenen lijkt te hebben”, onderstreept Tobias. Naast de liefde voor mooi en vernieuwend hengelsportmateriaal hebben ze nog meer gemeen. Tobias’ partner heeft net als Ashwin Molukse roots. “Vissen zit echt verankerd in de Molukse cultuur. Lekker lang buiten bezig zijn en daarna samen uitgebreid tafelen om de vangst op te eten.” Na talloze worpen is het voor Tobias op deze stek wel even klaar. Tijd voor een korte pauze. Een kop warme soep stoomt beide mannen klaar voor de laatste etappe.
Wanneer Ashwin en Tobias door de verse sneeuw – die kraakt onder de zolen van hun waadschoenen – naar de oevers van een rivierplas lopen, valt het gelikte materiaal van de Amersfoorters direct op. Flashy hengels die bijna niets wegen zijn voorzien van luxe baitcasters en snelle molens. Op het moment dat Ashwin zijn tackle box opent glimt ons een indrukwekkend assortiment exotisch ogend kunstaas tegemoet. “Het vangen van een vis op iets nieuws geeft een extra kick. Ik vang liever vier vissen op net zoveel verschillende nieuwe aasjes, dan vijf op een standaard shadje. Weet je nog, Tobias? Die dag dat ik zes vissen ving op zes verschillende stukken kunstaas?” Die dag kan zijn vismaat zich – helaas – nog wel herinneren. “Die dag ving ik met veel pijn en moeite één mini-baarsje”, vertelt Tobias met een sip gezicht. Ondertussen zoekt Ashwin naar een felgekleurd aasje dat extra veel kabaal maakt. Na een lange periode van hoogwater is het peil wel flink gezakt, maar kleurt het water nog bijzonder troebel. De keuze valt daarom op een chartreuse Japanse ratelaar met een tungsten neus.
JAPANS VAKMANSCHAP
Japan is ook het antwoord op de vraag waar ze al dat aparte kunstaas kopen. “Bijna al het echt innovatieve spul komt uit Japan. Daar is de hengeldruk heel hoog en laten vissen zich heel moeilijk vangen. Dus die gasten moeten wel innoveren”, legt Tobias uit. Een goed voorbeeld is het Biwameer: het grootste en bekendste blackbass-meer in het land van de rijzende zon. Daar liggen honderden boten met bijzonder kundige vissers op dezelfde stek, terwijl het visbestand afneemt. “De black bass die er nog zit hoef je geen Oneten – een topper onder de pluggen – meer voor te schotelen. Je moet echt iets geniaals in de speld hangen dat ze nog niet kennen, wil je op dat water succesvol zijn”, zegt Tobias. In Japan is het niet uitzonderlijk dat een producent zeven jaar ontwikkeltijd investeert voordat-ie nieuw kunstaas op de markt brengt. “Echt vakmanschap staat daar hoog aangeschreven. Je koopt dus als het ware een kunstwerkje uit Japan, en daar betalen we graag wat meer voor. Dat veel van dit kunstaas voor black bass is ontwikkeld maakt niet uit. Die soort wijkt niet zoveel af van onze baars, dus dat spul werkt hier ook super”, vult Ashwin aan terwijl hij zijn eerste worp maakt.