spraakwater
In Spraakwater spreekt iemand – van BN’ers tot politici en van sportvissers tot wetenschappers – zich uit over thema’s rond vis en sportvisserij. Deze maand is dat Fred Bloot, president van de European Anglers Alliance.
ZEEHENGELSPORT BETER OP DE KAART
Het is wel belangrijk dat als andere data – zoals de bestedingen van sportvissers – worden meegenomen, deze zo worden ingevoerd dat de sociaaleconomische aspecten in één oogopslag duidelijk zijn. Kunnen we die klip-en-klaar presenteren, dan biedt dat vanzelfsprekend meer ruimte voor de sportvisserij.” Dat maakt het volgens Bloot belangrijker dan ooit om binnen de EAA de eenheid te bewaren. “We moeten als sector met één mond spreken. Dus niet het nationale belang vooropstellen, maar ons richten op het grotere plaatje. Veel beleid wordt immers in Brussel bepaald.”
STAPPEN VOORWAARTS
Er moet nog wel veel werk worden verzet voordat de plicht om data te overleggen over twee jaar in werking treedt. Zo zijn de registratie van zeevissers, eenheid van gegevens, handhaving en toezicht allemaal zaken die nog niet in de steigers staan – niet in Nederland, noch elders in Europa. Desalniettemin sorteert de adjunct-directeur van Sportvisserij Nederland al voor op de medewerking van sportvissers in eigen land. “De precieze uitwerking kent aardig wat uitdagingen en de invoering lijkt wellicht nog ver weg, maar we staan als sector aan de lat om dit varkentje te wassen. Daarbij is het belangrijk om de kansen te pakken die deze verplichting ook biedt. Wat op het eerste gezicht wellicht nadelig lijkt uit te pakken, kan juist grote stappen voorwaarts mogelijk maken. Als EAA zullen we in ieder geval alles in het werk stellen om te zorgen dat het totaalplaatje klopt en de sportvisser hier uiteindelijk profijt van heeft.”
Drie EU-adviescommissies hebben aangegeven dat de recreatieve visserij een plek verdient in het visserijbeleid van de Europese Unie. “Daar hebben we het nodige lobbywerk in gestoken”, zegt Bloot. “Zodat niet het beroep eerst komt en wij de restjes krijgen. Er zijn voorbeelden dat het ook anders kan. Kijk naar het beheer van de striped bass in de VS en de zeebaars in Ierland – daar staat de sportvisserij gezien de grote sociaaleconomische bijdrage van de sector op één.”
SIGNAAL VAN VERANDERING
De toegenomen aandacht voor de positie van de recreatieve visserij is voor Bloot een signaal dat er een verandering gaande is. “Als EAA zijn we bezig om de hengelsport onder de aandacht te brengen bij de beleidsmakers in Europa. Die inspanningen zijn onderdeel van een langdurig proces, maar we zien nu barstjes verschijnen in het beleid. Zo schuift de EAA aan als de adviesraden met de Europese Commissie om de tafel gaan over de registratieplicht.” Dat de georganiseerde sportvisserij wordt geconsulteerd is volgens de EAA-president niet meer dan logisch. “Om dit project te doen slagen is onze medewerking essentieel. Dat weet de Commissie en dit geeft de sportvisserij een sterke positie. Die willen we gebruiken om als sector sociaaleconomisch prominent op de kaart te komen staan. Dus niet alleen maar vangsten registreren, maar ook de waarde bepalen die de hengelsport economisch en maatschappelijk bijdraagt. Het registratiesysteem moet wat ons betreft een win-win worden voor de overheid én de sportvisser.”
UNIFORMITEIT EN EENHEID
Waar het besluit tot de invoering van een registratieplicht al is genomen, moet de uitwerking nog worden vormgegeven. “Iedere lidstaat wordt verplicht om digitaal bepaalde basisgegevens aan te leveren, maar hoe ze dat doen mogen ze zelf bepalen”, licht Bloot toe. Daarbij is het hanteren van eenzelfde standaard cruciaal. “Wat de onttrekking betreft is het verzamelen van vangstgegevens niet zo spannend.
‘Als EAA zijn we bezig om de hengelsport onder de aandacht te brengen bij de beleidsmakers in Europa’
‘Het in te voeren registratiesysteem moet wat de European Anglers Alliance betreft een win-winsituatie worden voor de overheid én de sportvisser’
Begin dit jaar heeft de Europese Commissie een herziene visserijcontroleverordening gepubliceerd. Onderdeel hiervan is dat van sportvissers op het zoute vanaf 2026 wordt verwacht dat zij de vangstgegevens van hun vistrips registreren. Dit zodat er een goed beeld ontstaat van de onttrekking door de zeehengelsport. De European Anglers Alliance zet erop in om tegelijkertijd ook de sociaaleconomische waarde van de sector in kaart te brengen.
TEKST: JORAN BAL > BEELD: SANDER BOER
De herziening van de controleverordening is bedoeld om de visserij in de Europese Unie duurzamer te maken en vangsten van net tot bord te kunnen traceren. Dit door visserijactiviteiten beter te monitoren, controles te intensiveren en overtreders aan te pakken. “De verordening richt zich met name op de beroepsvisserij, maar nieuw in deze herziening is dat ook de recreatieve visserij expliciet wordt genoemd”, analyseert Fred Bloot. Dat er tevens wordt gekeken naar de sportvisserij is volgens de president van de European Anglers Alliance (EAA) en adjunct-directeur van Sportvisserij Nederland niet zo vreemd. “Op bepaalde plekken is de onttrekking van vis door sportvissers vermoedelijk best significant. Bijvoorbeeld in het geval van de kabeljauw in de Oostzee. Die impact van de recreatieve sector moet worden meegenomen in het totaalplaatje.”
KANSEN SPORTVISSERIJ
Wat Bloot en de EAA betreft moet dit plaatje wel in alle opzichten compleet zijn. “Het registreren van vangsten door sportvissers is op zich prima, maar we moeten geen ordinaire registratieplicht opgelegd krijgen waar alleen maar beperkingen uit voortvloeien. Dat zou een slechte zaak zijn.” De EAA-president ziet namelijk kansen bij het in kaart brengen van de impact van de sportvisserij. “Weeg bij het verzamelen van gegevens ook de sociaaleconomische waarde van de hengelsport. Op dit moment is onvoldoende duidelijk wat die precies bedraagt en wordt er gewerkt met schattingen. Zonder betrouwbare data is het niet goed mogelijk om beleid te maken dat recht doet aan de zoute Europese sportvisserij.” In die opvatting staat de EAA niet alleen.
ZEEHENGELSPORT BETER OP DE KAART
spraakwater
In Spraakwater spreekt iemand – van BN’ers tot politici en van sportvissers tot wetenschappers – zich uit over thema’s rond vis en sportvisserij. Deze maand is dat Fred Bloot, president van de European Anglers Alliance.
‘Als EAA zijn we bezig om de hengelsport onder de aandacht te brengen bij de beleidsmakers in Europa’
Begin dit jaar heeft de Europese Commissie een herziene visserijcontroleverordening gepubliceerd. Onderdeel hiervan is dat van sportvissers op het zoute vanaf 2026 wordt verwacht dat zij de vangstgegevens van hun vistrips registreren. Dit zodat er een goed beeld ontstaat van de onttrekking door de zeehengelsport. De European Anglers Alliance zet erop in om tegelijkertijd ook de sociaaleconomische waarde van de sector in kaart te brengen.
TEKST: JORAN BAL > BEELD: SANDER BOER
De herziening van de controleverordening is bedoeld om de visserij in de Europese Unie duurzamer te maken en vangsten van net tot bord te kunnen traceren. Dit door visserijactiviteiten beter te monitoren, controles te intensiveren en overtreders aan te pakken. “De verordening richt zich met name op de beroepsvisserij, maar nieuw in deze herziening is dat ook de recreatieve visserij expliciet wordt genoemd”, analyseert Fred Bloot. Dat er tevens wordt gekeken naar de sportvisserij is volgens de president van de European Anglers Alliance (EAA) en adjunct-directeur van Sportvisserij Nederland niet zo vreemd. “Op bepaalde plekken is de onttrekking van vis door sportvissers vermoedelijk best significant. Bijvoorbeeld in het geval van de kabeljauw in de Oostzee. Die impact van de recreatieve sector moet worden meegenomen in het totaalplaatje.”
KANSEN SPORTVISSERIJ
Wat Bloot en de EAA betreft moet dit plaatje wel in alle opzichten compleet zijn. “Het registreren van vangsten door sportvissers is op zich prima, maar we moeten geen ordinaire registratieplicht opgelegd krijgen waar alleen maar beperkingen uit voortvloeien. Dat zou een slechte zaak zijn.” De EAA-president ziet namelijk kansen bij het in kaart brengen van de impact van de sportvisserij. “Weeg bij het verzamelen van gegevens ook de sociaaleconomische waarde van de hengelsport. Op dit moment is onvoldoende duidelijk wat die precies bedraagt en wordt er gewerkt met schattingen. Zonder betrouwbare data is het niet goed mogelijk om beleid te maken dat recht doet aan de zoute Europese sportvisserij.” In die opvatting staat de EAA niet alleen.
Het is wel belangrijk dat als andere data – zoals de bestedingen van sportvissers – worden meegenomen, deze zo worden ingevoerd dat de sociaaleconomische aspecten in één oogopslag duidelijk zijn. Kunnen we die klip-en-klaar presenteren, dan biedt dat vanzelfsprekend meer ruimte voor de sportvisserij.” Dat maakt het volgens Bloot belangrijker dan ooit om binnen de EAA de eenheid te bewaren. “We moeten als sector met één mond spreken. Dus niet het nationale belang vooropstellen, maar ons richten op het grotere plaatje. Veel beleid wordt immers in Brussel bepaald.”
STAPPEN VOORWAARTS
Er moet nog wel veel werk worden verzet voordat de plicht om data te overleggen over twee jaar in werking treedt. Zo zijn de registratie van zeevissers, eenheid van gegevens, handhaving en toezicht allemaal zaken die nog niet in de steigers staan – niet in Nederland, noch elders in Europa. Desalniettemin sorteert de adjunct-directeur van Sportvisserij Nederland al voor op de medewerking van sportvissers in eigen land. “De precieze uitwerking kent aardig wat uitdagingen en de invoering lijkt wellicht nog ver weg, maar we staan als sector aan de lat om dit varkentje te wassen. Daarbij is het belangrijk om de kansen te pakken die deze verplichting ook biedt. Wat op het eerste gezicht wellicht nadelig lijkt uit te pakken, kan juist grote stappen voorwaarts mogelijk maken. Als EAA zullen we in ieder geval alles in het werk stellen om te zorgen dat het totaalplaatje klopt en de sportvisser hier uiteindelijk profijt van heeft.”
‘Het in te voeren registratiesysteem moet wat de European Anglers Alliance betreft een win-winsituatie worden voor de overheid én de sportvisser’
Drie EU-adviescommissies hebben aangegeven dat de recreatieve visserij een plek verdient in het visserijbeleid van de Europese Unie. “Daar hebben we het nodige lobbywerk in gestoken”, zegt Bloot. “Zodat niet het beroep eerst komt en wij de restjes krijgen. Er zijn voorbeelden dat het ook anders kan. Kijk naar het beheer van de striped bass in de VS en de zeebaars in Ierland – daar staat de sportvisserij gezien de grote sociaaleconomische bijdrage van de sector op één.”
SIGNAAL VAN VERANDERING
De toegenomen aandacht voor de positie van de recreatieve visserij is voor Bloot een signaal dat er een verandering gaande is. “Als EAA zijn we bezig om de hengelsport onder de aandacht te brengen bij de beleidsmakers in Europa. Die inspanningen zijn onderdeel van een langdurig proces, maar we zien nu barstjes verschijnen in het beleid. Zo schuift de EAA aan als de adviesraden met de Europese Commissie om de tafel gaan over de registratieplicht.” Dat de georganiseerde sportvisserij wordt geconsulteerd is volgens de EAA-president niet meer dan logisch. “Om dit project te doen slagen is onze medewerking essentieel. Dat weet de Commissie en dit geeft de sportvisserij een sterke positie. Die willen we gebruiken om als sector sociaaleconomisch prominent op de kaart te komen staan. Dus niet alleen maar vangsten registreren, maar ook de waarde bepalen die de hengelsport economisch en maatschappelijk bijdraagt. Het registratiesysteem moet wat ons betreft een win-win worden voor de overheid én de sportvisser.”
UNIFORMITEIT EN EENHEID
Waar het besluit tot de invoering van een registratieplicht al is genomen, moet de uitwerking nog worden vormgegeven. “Iedere lidstaat wordt verplicht om digitaal bepaalde basisgegevens aan te leveren, maar hoe ze dat doen mogen ze zelf bepalen”, licht Bloot toe. Daarbij is het hanteren van eenzelfde standaard cruciaal. “Wat de onttrekking betreft is het verzamelen van vangstgegevens niet zo spannend.