van groningen
Elke week reist Bart Hol (29) met de trein vanuit Loppersum naar Groningen. Dit om in de singels en vaarten van het stadscentrum te gaan feedervissen. Behalve een hoop visplezier biedt het wekelijkse uitje naar de Martinistad Bart ook een moment van rust. Dat is wel zo prettig gezien zijn Autisme Spectrum Stoornis (ASS).
TOPATLEET
Het valt op dat Bart tijdens het feederen op en top geconcentreerd is – alsof hij net als een topsporter in the zone zit. “Het lijkt erop, maar is toch niet helemaal hetzelfde”, lacht hij. Bart kan het weten, want behalve een gepassioneerd sportvisser is hij een wedstrijdzwemmer van internationaal topniveau. Tijdens de 2019 Special Olymipcs World Games in Abu Dhabi beleefde hij zijn grootste succes: goud met het estafetteteam. “Mijn individuele bronzen plak op de 1.500 meter tijdens dat event was wellicht nog iets mooier. Dit betreft namelijk de langste wedstrijdafstand in het 50 meterbad in de snelste G-categorie.” Net zoals in de gehandicaptensport ligt bij Bart de focus op de mogelijkheden. “Van mijn ASS-diagnose wil ik eigenlijk zo min mogelijk weten: ik kijk naar wat ik wel kan. En wat ik (nog) niet kan, wil ik graag leren”, licht hij zijn persoonlijke situatie in een notendop toe.
BROODNODIG
Sportvissen neemt daarbij een belangrijke plek in. “In principe ga ik twee keer per week vissen: op woensdag en nog een dag in het weekend. Langs het water ervaar ik rust en laat ik alles even los. Het is de ideale gelegenheid om tot mezelf te komen, vooral na een drukke week. Als mensen me in de trein of op de fiets zien sjouwen met mijn hengelspullen, zouden ze kunnen denken dat dit me een hoop energie kost. Maar deze hobby levert mij juist de broodnodige ontspanning op.” Hoewel hij nog vaker zou kunnen gaan vissen, vindt Bart het ook belangrijk om een actief sociaal leven op te bouwen. “Tijd voor familie en vrienden komt bij mij op de eerste plaats. Bovendien loop ik nu alweer een hele tijd mee als stagiair bij Hengelsport Veendam-Winschoten. Dat levert ook sociale contacten op. Daar ben ik hen heel dankbaar voor.”
‘De individuele bronzen plak op de 1.500 meter tijdens de special olympics world games was een van mijn beste prestaties’
SNEL BESLISSEN
Daar krijgt hij ook tekenen van leven, maar in het koude water vliegen de vonken er niet vanaf. “Zag je dat?”, vraagt Bart nadat het gevoelige feedertopje heel langzaam een paar millimeter doorboog en daarna weer terugveerde. “Sommige aanbeten zijn niet te missen, maar het merendeel is heel subtiel.” Het doet hem besluiten om de één meter lange kant-en-klare onderlijn in te korten naar 80 centimeter. Kort daarna trekt de hengeltop opnieuw minimaal krom en besluit Bart aan te slaan. “Ja, hangen. Een brasem, denk ik. Het is in deze omstandigheden de kunst om snel te beoordelen of die kleine tikjes op de top afkomstig zijn van vis of dat het de stroming is. Het risico op een incidentele misser neem ik daarbij voor lief”, zegt hij terwijl de vierde platte het net in glijdt. Met tenslotte nog een mooie blankvoorn sluit Bart de sessie af. “Ook al vang ik maar één vis, dan ben ik nog tevreden. Deze koude wintersessie was dus meer dan geslaagd”, zegt Bart op het perron, vlak voordat hij de trein weer instapt.
‘in winterse omstandigheden is het de kunst om snel te beoordelen of kleine tikjes op de top afkomstig zijn van vis of stroming’
TWEE PAARDEN
Bart is ook in zijn nopjes met de drie ‘platten’ die inmiddels op de teller staan. De brasems komen allemaal van de voerplek op veertien meter afstand, die op dertig meter heeft nog niets opgeleverd. “Daar heb ik eerlijk gezegd ook nog niet veel gevist”, relativeert hij de tussenstand. “Bij aanvang van een sessie voer ik altijd een tweede stek aan die ik eerst een hele poos met rust laat. Mocht op de eerste stek de klad erin komen, dan kan ik snel switchen en hoef ik stek twee niet eerst aan de praat te krijgen.” Zowel dichtbij als ver weg heeft Bart zijn stekken voorzien van vier forse voerkoven, die rijkelijk zijn gevuld met casters en wormen. “Dat is voor winterse omstandigheden vrij stevig, maar wat mij betreft rechtvaardigt de aanwezigheid van brasems deze alles-of-niets aanpak”, zegt Bart terwijl hij zijn hengel klaarmaakt voor een poging op de verre stek.
Nadat de forenzen de trein uit Loppersum hebben verlaten, manoeuvreert Bart zijn transportkar voorzichtig door de deuropening en stapt hij uit op perron 1A van station Groningen. “Vanaf hier is het niet ver naar de stek. We zitten vlakbij, met uitzicht op het Groninger Museum en het treinstation achter ons”, wijst hij naar de groenstrook aan de overkant van de straat. De keuze voor een stek in de ‘Museumzone’ is niet alleen vis-technisch ingegeven. “In het algemeen kun je overal in en rondom de binnenstad goed witvis vangen, maar deze plek straalt echt het karakter van Groningen uit”, zegt hij trots.
VIS UITDAGEN
Bart staat te trappelen van ongeduld en in een mum van tijd zitten we op de stek aan het dertig meter brede Verbindingskanaal. De Groninger pakt snel uit en heeft de korf rap in het water liggen. Niet alleen hij heeft er zin in: ook de witvis is actief. Al bij de eerste inzet buigt de feedertop iets door. Toch besluit hij om de hengel nog niet op te pakken. In plaats daarvan neemt-ie een halve minuut later de hoofdlijn tussen duim en wijsvinger beet, om deze voorzichtig iets op spanning te brengen en vervolgens weer te laten vieren. “Zo verplaats ik de montage een klein stukje en daag ik de vis uit om het haakaas te pakken.” Niet veel later trekt de top resoluut krom en haakt Bart de eerste vis. “Dit is al de derde keer op rij dat ik in Groningen bij de eerste worp een brasem haak,” zegt Bart blij terwijl hij het schepnet onder de vis schuift.
FEEDERGUM
Nadat de brasem is teruggezet vult hij de 30-grams korf weer met voer en prikt hij een made met twee mestpiertjes op de haak – zijn favoriete haakaas voor brasem, zie het kader ‘mestpierenman’ op pagina 38. Daarbij valt het op dat Bart een ietwat ongewone feedermontage gebruikt. “Het water is op dit moment (eind januari, red.) nog ijskoud, dus de vis beweegt traag en daardoor is de beetindicatie soms slechts minimaal. Voor een zo direct mogelijke registratie gebruik ik daarom een gevlochten hoofdlijn. Die heeft namelijk vrijwel geen rek en geeft alles rechtstreeks door. De gebruikelijke nylon voorslag ontbreekt momenteel. Om tijdens de dril toch voor voldoende demping te zorgen, heb ik tussen de hoofd- en onderlijn feedergum gemonteerd,” zegt de witvisexpert. “Gebruik je dit bijzonder elastische materiaal, dan is het belangrijk om met beleid te drillen. Zou je te snel willen en te veel kracht zetten, dan kan de onderlijn breken”, tipt hij.
Elke week
pakt Bart Hol de trein vanuit Loppersum om in hartje Groningen te gaan vissen
SCHUIVEND + STOPPER = ZELFHAAK
Normaal gesproken heeft Bart een voorkeur voor een schuivend systeem waarbij de voerkorf in een speciale speldwartel hangt. “Op de gevlochten hoofdlijn zet ik een stopper, die tevens als knoop-buffer fungeert voor het circa 30 centimeter lange stuk feedergum. Aan het uiteinde van dit sterke elastiek zit de onderlijnconnector bevestigd.”
Mocht de brasem niet meewerken, dan bouwt Bart de boel snel en simpel om. “In dat geval plaats ik vaak een stopper op de hoofdlijn, zodat een zelfhaaksysteem ontstaat. De lange feederonderlijn vervang ik daarbij door een ultrakorte rig van 20 cm met een hair waar ik enkele pieren op prik.”
MATERIAAL
Hengel: circa 3.20 meter lang met een werpgewicht tot 40 gram
Molen: 4000 formaat
Hoofdlijn: 07/00 gevlochten lijn
Montage: schuivende montage met elastiek als buffer
Onderlijn: 100 tot 80 centimeter 12/00 nylon
Haak: maat 14 tot 20, met 16 als standaard
Voer en aas: standaard feedervoer, in combinatie met mestpieren, wormen, casters en maden
Overig: schepnet met een lange steel voor hoge kades
De allerkleinste piertjes hebben wel wat weg van muggenlarven.
MESTPIERENMAN
Hoewel je met maden en casters prima witvis kunt vangen, kiest Bart voor mestpiertjes. “Ik ben echt een ‘mestpierenman’. Deze wormpjes gebruik ik ook veel als ik op andere wateren vis”, refereert hij lachend aan zijn bijnaam. “Meestal begin ik met twee mestpiertjes op een haak maat 14. Maar op lastige dagen kan het lonen om verfijnder te vissen door micro-formaat pieren op een haak maat 20 te prikken. Dat is bijna alsof je met muggenlarven vist en werkt vaak uitstekend.” Twee keer per jaar haalt hij een paar emmertjes paardenmest bij een kennis. “Dat kost me niets en verser aas kan je haast niet krijgen.”
Elke week reist Bart Hol (29) met de trein vanuit Loppersum naar Groningen. Dit om in de singels en vaarten van het stadscentrum te gaan feedervissen. Behalve een hoop visplezier biedt het wekelijkse uitje naar de Martinistad Bart ook een moment van rust. Dat is wel zo prettig gezien zijn Autisme Spectrum Stoornis (ASS).
van groningen
De allerkleinste piertjes hebben wel wat weg van muggenlarven.
Hoewel je met maden en casters prima witvis kunt vangen, kiest Bart voor mestpiertjes. “Ik ben echt een ‘mestpierenman’. Deze wormpjes gebruik ik ook veel als ik op andere wateren vis”, refereert hij lachend aan zijn bijnaam. “Meestal begin ik met twee mestpiertjes op een haak maat 14. Maar op lastige dagen kan het lonen om verfijnder te vissen door micro-formaat pieren op een haak maat 20 te prikken. Dat is bijna alsof je met muggenlarven vist en werkt vaak uitstekend.” Twee keer per jaar haalt hij een paar emmertjes paardenmest bij een kennis. “Dat kost me niets en verser aas kan je haast niet krijgen.”
MESTPIERENMAN
‘in winterse omstandigheden is het de kunst om snel te beoordelen of kleine tikjes op de top afkomstig zijn van vis of stroming’
SNEL BESLISSEN
Daar krijgt hij ook tekenen van leven, maar in het koude water vliegen de vonken er niet vanaf. “Zag je dat?”, vraagt Bart nadat het gevoelige feedertopje heel langzaam een paar millimeter doorboog en daarna weer terugveerde. “Sommige aanbeten zijn niet te missen, maar het merendeel is heel subtiel.” Het doet hem besluiten om de één meter lange kant-en-klare onderlijn in te korten naar 80 centimeter. Kort daarna trekt de hengeltop opnieuw minimaal krom en besluit Bart aan te slaan. “Ja, hangen. Een brasem, denk ik. Het is in deze omstandigheden de kunst om snel te beoordelen of die kleine tikjes op de top afkomstig zijn van vis of dat het de stroming is. Het risico op een incidentele misser neem ik daarbij voor lief”, zegt hij terwijl de vierde platte het net in glijdt. Met tenslotte nog een mooie blankvoorn sluit Bart de sessie af. “Ook al vang ik maar één vis, dan ben ik nog tevreden. Deze koude wintersessie was dus meer dan geslaagd”, zegt Bart op het perron, vlak voordat hij de trein weer instapt.
TOPATLEET
Het valt op dat Bart tijdens het feederen op en top geconcentreerd is – alsof hij net als een topsporter in the zone zit. “Het lijkt erop, maar is toch niet helemaal hetzelfde”, lacht hij. Bart kan het weten, want behalve een gepassioneerd sportvisser is hij een wedstrijdzwemmer van internationaal topniveau. Tijdens de 2019 Special Olymipcs World Games in Abu Dhabi beleefde hij zijn grootste succes: goud met het estafetteteam. “Mijn individuele bronzen plak op de 1.500 meter tijdens dat event was wellicht nog iets mooier. Dit betreft namelijk de langste wedstrijdafstand in het 50 meterbad in de snelste G-categorie.” Net zoals in de gehandicaptensport ligt bij Bart de focus op de mogelijkheden. “Van mijn ASS-diagnose wil ik eigenlijk zo min mogelijk weten: ik kijk naar wat ik wel kan. En wat ik (nog) niet kan, wil ik graag leren”, licht hij zijn persoonlijke situatie in een notendop toe.
BROODNODIG
Sportvissen neemt daarbij een belangrijke plek in. “In principe ga ik twee keer per week vissen: op woensdag en nog een dag in het weekend. Langs het water ervaar ik rust en laat ik alles even los. Het is de ideale gelegenheid om tot mezelf te komen, vooral na een drukke week. Als mensen me in de trein of op de fiets zien sjouwen met mijn hengelspullen, zouden ze kunnen denken dat dit me een hoop energie kost. Maar deze hobby levert mij juist de broodnodige ontspanning op.” Hoewel hij nog vaker zou kunnen gaan vissen, vindt Bart het ook belangrijk om een actief sociaal leven op te bouwen. “Tijd voor familie en vrienden komt bij mij op de eerste plaats. Bovendien loop ik nu alweer een hele tijd mee als stagiair bij Hengelsport Veendam-Winschoten. Dat levert ook sociale contacten op. Daar ben ik hen heel dankbaar voor.”
‘De individuele bronzen plak op de 1.500 meter tijdens de special olympics world games was een van mijn beste prestaties’
TWEE PAARDEN
Bart is ook in zijn nopjes met de drie ‘platten’ die inmiddels op de teller staan. De brasems komen allemaal van de voerplek op veertien meter afstand, die op dertig meter heeft nog niets opgeleverd. “Daar heb ik eerlijk gezegd ook nog niet veel gevist”, relativeert hij de tussenstand. “Bij aanvang van een sessie voer ik altijd een tweede stek aan die ik eerst een hele poos met rust laat. Mocht op de eerste stek de klad erin komen, dan kan ik snel switchen en hoef ik stek twee niet eerst aan de praat te krijgen.” Zowel dichtbij als ver weg heeft Bart zijn stekken voorzien van vier forse voerkoven, die rijkelijk zijn gevuld met casters en wormen. “Dat is voor winterse omstandigheden vrij stevig, maar wat mij betreft rechtvaardigt de aanwezigheid van brasems deze alles-of-niets aanpak”, zegt Bart terwijl hij zijn hengel klaarmaakt voor een poging op de verre stek.
Elke week
pakt Bart Hol de trein vanuit Loppersum om in hartje Groningen te gaan vissen
MATERIAAL
Hengel: circa 3.20 meter lang met een werpgewicht tot 40 gram
Molen: 4000 formaat
Hoofdlijn: 07/00 gevlochten lijn
Montage: schuivende montage met elastiek als buffer
Onderlijn: 100 tot 80 centimeter 12/00 nylon
Haak: maat 14 tot 20, met 16 als standaard
Voer en aas: standaard feedervoer, in combinatie met mestpieren, wormen, casters en maden
Overig: schepnet met een lange steel voor hoge kades
SCHUIVEND + STOPPER = ZELFHAAK
Normaal gesproken heeft Bart een voorkeur voor een schuivend systeem waarbij de voerkorf in een speciale speldwartel hangt. “Op de gevlochten hoofdlijn zet ik een stopper, die tevens als knoop-buffer fungeert voor het circa 30 centimeter lange stuk feedergum. Aan het uiteinde van dit sterke elastiek zit de onderlijnconnector bevestigd.”
Mocht de brasem niet meewerken, dan bouwt Bart de boel snel en simpel om. “In dat geval plaats ik vaak een stopper op de hoofdlijn, zodat een zelfhaaksysteem ontstaat. De lange feederonderlijn vervang ik daarbij door een ultrakorte rig van 20 cm met een hair waar ik enkele pieren op prik.”
Nadat de forenzen de trein uit Loppersum hebben verlaten, manoeuvreert Bart zijn transportkar voorzichtig door de deuropening en stapt hij uit op perron 1A van station Groningen. “Vanaf hier is het niet ver naar de stek. We zitten vlakbij, met uitzicht op het Groninger Museum en het treinstation achter ons”, wijst hij naar de groenstrook aan de overkant van de straat. De keuze voor een stek in de ‘Museumzone’ is niet alleen vis-technisch ingegeven. “In het algemeen kun je overal in en rondom de binnenstad goed witvis vangen, maar deze plek straalt echt het karakter van Groningen uit”, zegt hij trots.
VIS UITDAGEN
Bart staat te trappelen van ongeduld en in een mum van tijd zitten we op de stek aan het dertig meter brede Verbindingskanaal. De Groninger pakt snel uit en heeft de korf rap in het water liggen. Niet alleen hij heeft er zin in: ook de witvis is actief. Al bij de eerste inzet buigt de feedertop iets door. Toch besluit hij om de hengel nog niet op te pakken. In plaats daarvan neemt-ie een halve minuut later de hoofdlijn tussen duim en wijsvinger beet, om deze voorzichtig iets op spanning te brengen en vervolgens weer te laten vieren. “Zo verplaats ik de montage een klein stukje en daag ik de vis uit om het haakaas te pakken.” Niet veel later trekt de top resoluut krom en haakt Bart de eerste vis. “Dit is al de derde keer op rij dat ik in Groningen bij de eerste worp een brasem haak,” zegt Bart blij terwijl hij het schepnet onder de vis schuift.
FEEDERGUM
Nadat de brasem is teruggezet vult hij de 30-grams korf weer met voer en prikt hij een made met twee mestpiertjes op de haak – zijn favoriete haakaas voor brasem, zie het kader ‘mestpierenman’ op pagina 38. Daarbij valt het op dat Bart een ietwat ongewone feedermontage gebruikt. “Het water is op dit moment (eind januari, red.) nog ijskoud, dus de vis beweegt traag en daardoor is de beetindicatie soms slechts minimaal. Voor een zo direct mogelijke registratie gebruik ik daarom een gevlochten hoofdlijn. Die heeft namelijk vrijwel geen rek en geeft alles rechtstreeks door. De gebruikelijke nylon voorslag ontbreekt momenteel. Om tijdens de dril toch voor voldoende demping te zorgen, heb ik tussen de hoofd- en onderlijn feedergum gemonteerd,” zegt de witvisexpert. “Gebruik je dit bijzonder elastische materiaal, dan is het belangrijk om met beleid te drillen. Zou je te snel willen en te veel kracht zetten, dan kan de onderlijn breken”, tipt hij.